Een avond met Maarten

Ik kijk erg uit naar de aflevering van Zomergasten van komende zondag, waarin Maarten 't Hart zijn opwachting zal maken.
Als voorproefje heeft de VPRO alvast een artikel 'De emoties van Maarten 't Hart' op de site gezet.

Een fijnproevers hapje


Jacques bonnet - Een boekenkast vol geesten
Mouria 2009, 143 blz



Na het lezen en het praten en schrijven over lezen is er niets fijners dan het lezen van anderen die schrijven over lezen en boeken. Zo'n pareltje is Een boekenkast vol geesten. Het gaat vooral over boeken verzamelen (hoofdstukken als Tienduizenden boeken - de omvang van de bibliotheek van de schrijver -, Inruimen en klasseren, Waar komen ze vandaan, Bibliomanieën) maar ook over lezen (Bestaande en fictieve personages). Wel erg jammer dat er geen foto's in staan van bijvoorbeeld de bibliotheek van de schrijver, of van andere bibliotheken. Alberto Manguel wordt vaak genoemd (Geschiedenis van het lezen, De bibliotheek bij nacht)en ook Het papieren huis van Carlos Maria Domingues, een kleinood wat ik zelf op de plank had staan en ook nog gelezen, maar waarvan ik echt geen idéé meer had waar het over ging. Maar ook het mij onbekende The books in my life van Henry Miller, die ik meteen maar op mijn lijstje heb gezet. Ik moet namelijk bekennen dat hoewel ik geen boeken verzamel om het verzamelen maar omdat ik graag lees (ik behoor volgens Bonnet tot de bibliomane hoofdsoort 'veellezer')ik toch één verzameling heb: de boeken over boeken.
Verder in Een boekenkast vol geesten veel over andere bekende (Franse) verzamelaars, over (vooral Franse) boeken die veel betekenen voor Bonnet en over (vooral Franse) schrijvers en hun eigenaardigheden. Al die Franse namen werden me soms wel iets te veel trouwens, maar dat is ook de enige kritische noot die ik kan verzinnen.
Een heerlijk hapje. Maar je moet er wel een beetje boekengek voor zijn...

De voorloper van Wallander



Sjöwall & Wahlöö: De vrouw in het Götakanaal
Bruna 2010 (Zwarte Beertjes),237 blz.




Al eerder schreef ik over de hernieuwde uitgave van deze reeks maatschappijkritische crimi's van het echtpaar Sjöwall & Wahlöö.
Dit eerste deel werd maar liefst 45 jaar geleden geschreven, maar (lust-)moorden zijn van alle tijden, want afgezien van het feit dat telefoonverbindingen nog via telefonistes tot stand kwamen, er nog zoiets als 'beatmuziek' bestond en computers hun intrede nog niet gedaan hadden, is dit een verrassend aktueel verhaal. Martin Beck, de inspecteur en hoofdpersoon van de reeks, deed me erg denken aan Kurt Wallander van de Wallander reeks van Henning Mankell. Mankell schreef ook het voorwoord voor dit boek. Beck is net als Wallander een ongezond levende, wat eenzame man die niet succesvol is in zijn huwelijk en leeft voor zijn werk. Ook het Zweden van Sjöwall & Wahlöö is vaak grijs en het regent er veel. Het was een onderhoudend en aan het eind zelfs spannend verhaal over de zoektocht naar een lustmoordenaar. Ik denk wel dat er in die tijd wat minder moorden werden gepleegd dan nu, want van heinde en verre worden inspecteurs, rechercheurs en agenten bij deze zaak ingezet, en dat voor een periode van wel 6 maanden. Dat zou nu lijkt mij niet meer denkbaar zijn.
Als je houdt van Wallander, dan word je ook snel fan van Beck. Bovendien las ik dit boek in een dagje uit, dus het is een lekker ontspannend tussendoortje.

Keizerlijke inzichten


Alan Judd: De laatste kus van de keizer
Onderschrift: De nadagen van de Duitse keizer Wilhelm II in Nederland

BBNC uitgevers, 2009, 191 blz.


Omdat ik niet ver van Huis Doorn woon, heb ik wel een bijzondere interesse in de laatste bewoner van dit Utrechtse landhuis. De geschiedenis van dit huis en omringende gronden gaat terug tot de 9e eeuw, toen het een kasteel was. In de loop der tijd is het kasteel een aantal keren verwoest en weer opgebouwd, en in de 18e eeuw grondig verbouwd tot het landhuis dat het nu nog is. In 1920 betrok de laatste keizer van het Duitse rijk, Wilhelm II het huis. Wilhelm II was in 1918 gevlucht uit Duitsland na een gedwongen aftreden en het dreigement van de geallieerden hem te arresteren als oorlogsmisdadiger. Op uitnodiging van koningin Wilhelmina is hij naar Nederland gekomen, eerst in Amerongen en vanaf 1920 in Doorn. Hij ligt overigens ook begraven in een mausoleum op het landgoed van huis Doorn, waardoor ieder jaar nog steeds veel Duitsers de reis naar Doorn maken om de keizer eer te bewijzen.
Al eerder las ik de roman De keizer en de astroloog van Kees 't Hart, waarin de jonge psychiater en amateur-astroloog Simon Vestdijk (de schrijver was ook een bewoner van Doorn) wordt uitgenodigd door Wilhelm II. Van dit boek herinner ik mij Wilhelm als een man vol trauma's en bij tijden tamelijk onevenwichtig, zelfs tegen waanzin aan; bekend is dat de keizer elke dag in een speciaal daarvoor aangelegde schuur hout ging hakken en wel zo onmatig dat na enkele jaren het landgoed rond huis Doorn geheel ontbost was.
In De laatste kus van de keizer komt een heel andere man naar voren, een denker, een zachtaardige, eenzame, wijze man die geheel zijn eigen gang gaat. Het verhaal speelt zich af in 1940, als de Duitsers Nederland net bezet hebben. De keizer krijgt bewaking van de SS en de Wehrmacht onder leiding van Untersturmführer Martin Krebbs.
Deze SS-er raakt door zijn gesprekken met de keizer, die bepaald geen aanhanger van het nazisme is (zijn vrouw Hermine des te meer) aan het twijfelen over het gedachtegoed van Hitler en het nazisme. Na een bezoek van Himmler aan huis Doorn, die fijntjes uitlegt hoe men de joodse kinderen denkt te 'entlösen', kan Krebbs zijn bewondering voor alles waar Hitler voor staat niet meer volhouden. Zijn twijfel wordt nog verergerd door zijn verliefdheid op het joodse dienstmeisje Akki. Enfin, het verhaal wordt ook nog spannend als blijkt dat iemand vanuit het huis of de tuin eromheen berichten zendt naar Engeland en de SS de meedogenloze kolonel Kaltzbrunner stuurt om deze rat te vangen.
Dit is een goed geschreven, historisch onderbouwd verhaal waarin de bezetting, het nazisme en de persoon van de keizer mooi worden verbonden. Wat ik jammer vind van dit soort historische romans, is dat je niet weet wat er nu werkelijk gebeurd is en wat fictie is. Maar aan de andere kant: maakt het uit? Ik heb weer een heel ander beeld van de keizer gekregen. Wel ben ik nu vastbesloten te gaan uitzoeken wat voor persoon deze intrigerende man nu werkelijk was. Daarover later meer.

Niet mijn lied



Marcelo Figueras: Het lied van leven en dood
Signatuur, 2009, 566 blz.

Na 60 bladzijden heb ik dit boek terzijde gelegd. Misschien heb ik het niet de kans gegeven die het verdient, maar ik kon er niet meer tegen. De geforceerde leukdoenerij(waarvan veel tussen haakjes als toelichting op de vorige zin wat heel vermoeiend gaat werken), het aanspreken van de lezer "maar u, lezer, weet dit nog niet.." (arrghh) en zinnen met overdreven vergelijkingen, zoals: "Zijn huid jeukte op de plekken waar hij langs de naalden van de bomen was geschuurd. Zweetdruppels gleden over de glijbaan van zijn rug naar beneden. De tak die in zijn achterwerk stak, was meer dan alleen hinderlijk; het leek de landing van Normandië wel."
Misschien zit een deel van de irritatie ook wel in de vertaling. Jammer, want de tekst van de achterflap was veelbelovend. Maar ja, "so many books and so little time"....

Beschaving als een dun laagje vernis



Cormac McCartney: The Road



Ik kan nog niet uitgebreid schrijven over dit boek, want in onze leesclub gaan we de discussie hierover nog voeren. Maar er moet toch even geblogd worden over de eerste emoties van/door/over dit boek, want dit is een verhaal dat niemand onberoerd laat. Ik wist dat er een film van was, maar heb daar gelukkigerwijze niets over gelezen en hem niet gezien. Daardoor kwam dit boek keihard binnen. Wat een schokkend verhaal. Schokkend is misschien niet het juiste woord. Eigenlijk is het engelse woord 'haunting' meer van toepassing. Of 'disturbing'. Want dit boek gaat erg in je hoofd zitten en daar voel je je niet gemakkelijk bij. Het speelt zich af in een Amerika na een grote ramp van wereldformaat. Wat dat precies is geweest, wordt niet duidelijk, maar veel is verbrand en alles is bedekt met grijze as. Regen is grijs, sneeuw is grijs, water is grijs. En de zon schijnt niet meer. In deze 'postapocalyptische' wereld zwerven een man en zijn zoon ('de jongen'), reizend naar het zuiden. Er zijn nog slechts weinig mensen over, en onder hen weinig 'good guys'. Er wordt snel duidelijk dat wanneer een ramp van dit formaat de wereld overvalt, de beschaving maar een zeer dun laagje vernis blijkt te zijn en de mensen niet meer dan beesten. Toch gloort er hoop, want de jongen draagt het goede in zich.
Er is nog veel meer over te zeggen, maar dat volgt ná de discussie in onze leesclub. Waar ik erg naar uitkijk, want hierover kunnen mooie diepzinnige en heftige discussies worden gevoerd.
Zelden las ik zo'n verschrikkelijk triest maar tegelijk verschrikkelijk mooi boek.

Wat is een goed boek?

Vandaag had ik weer erg last van de innerlijke strijd die ik als gepassioneerde lezer al jaren schijn te voeren, die nooit overgaat en die vragen oproept waar ik nooit een antwoord op vind. Vragen die denk ik elke boekenliefhebber zich wel eens stelt. De feiten zijn deze:
1. er zijn op de wereld miljoenen boeken. Zelfs als je alleen kijkt naar nederlandstalige boeken, zijn het er veel te veel. 2. Je hebt maar beperkte tijd beschikbaar in je leven. 3. Je wilt je tijd dus niet verdoen met het lezen van slechte boeken.
Maar dan komt het: wat zijn goede en slechte boeken? En hoe maak je de juiste keuze? En misschien nog een afgeleid dilemma: waar haal je je boeken vandaan?
Er is een tijd geweest, dat ik dacht: ik lees alleen nog maar 'literatuur'. Sterker nog, ik wilde me gaan beperken tot de Klassiekers. Maar toen raakte ik weer verstrikt in nieuwe vragen: wat zijn dan klassiekers en wie bepaalt dat? en wat is literatuur dan en hoe onderscheidt dat zich van de rest? Na het lezen van enkele boeken over klassieken (zoals David Denby - Terug naar de klassieken, Clifton Fadiman - The new lifetime reading plan en Harold Bloom - How to read and why) heb ik menig lijstje van te lezen klassieke werken voor mezelf opgesteld maar: het werkt niet. De reden is denk ik dat lezen dan een taak wordt, iets wat moet. En wat moet, is niet leuk. En lezen moet óók leuk zijn. Voor mij is het denk ik de afwisseling die werkt: soms een boek waarin je verdieping vindt of dat iets aan je eigen ervaringen toevoegt. Soms puur entertainment, even in een andere wereld zijn en soms de combinatie, een boek wat verdieping biedt maar ook ontspanning. Jaren geleden ging voor mij de deur van de fantasy open door het lezen van Terry Goodkind (de Wetten van de Magie). Daarbij ervoer ik voor het eerst weer die sensatie die je als kind kon hebben als je een spannend boek las: dat je echt ín die wereld zat en tegelijkertijd van de wereld was, je hoorde en zag niets meer van wat er om je heen gebeurde. Dat was het 'magische lezen'. Die ervaring krijg ik eigenlijk alleen terug bij het lezen van fantasy of een verschrikkelijk boeiende thriller, zoals de Millennium trilogie.
Ik heb dus eigenlijk wel een beetje losgelaten dat ik alleen literatuur moet lezen, maar blijft nog wel de vraag: hoe maak ik mijn keuze? Ik laat me nu een beetje leiden door reviews, en dan via zo breed mogelijke kanalen: kranten, tijdschriften, boekensites (zoals Bookbrowse (het leukste als je een abonnementje neemt), boekenblogs, (online) boekwinkels. Daarbij komt dan nog de vraag: ga ik het boek kopen, of leen ik het uit de biep? Ik ben niet zo'n verzamelaar als bijvoorbeeld Boekengek (alhoewel ik daar soms met jaloezie naar kijk), ik koop toch meer om te lezen, maar de laatste tijd kies ik vaker voor de biep, ook gewoon omdat boeken duur zijn. Maar bij sommige nieuwe boeken die iedereen wil lezen, is dat dan weer lastig, dan moet je echt geduld hebben, wat ik meestal niet heb dus dan ga ik het toch weer kopen....
Eigenlijk heb ik toch wel een antwoord op de vraag wat een goed boek is, het is heel simpel: een boek wat ik met plezier lees. Literatuur of lectuur, fantasy, thriller, non-fictie. Het doet er niet zo toe. Een goed boek is een fijn boek!

Nieuwe hype?


Justin Cronin - De oversteker
Ik heb nu al op verschillende plekken enthousiaste dingen gelezen over een nieuwe Amerikaanse trilogie van Justin Cronin waarvan het eerste deel onlangs is verschenen: De oversteker.
De eerste korte omschrijving die ik tegenkwam, was nog niet om warm voor te lopen: 'een post apocalyptisch verhaal over vampiers'?
Maar toen zag ik een wervelende review op nu-punt-nl en werd ik toch wel wat enthousiaster. Ergens zag ik ook nog een vergelijking met de film Twelve Monkeys en werd het steeds interessanter. Maar na het lezen van een voorpublicatie op de site van uitgeverij Cargo heb ik dit boek toch maar op mijn lijstje gezet. Okee het is geen literatuur, maar ik denk wel boeiende en spannende lectuur voor een paar aangename avondjes lezen, net zoals me overkwam bij de Millennium-trilogie. Maar zou dit echt weer net zo'n hype worden?

Lui tussendoortje


De Groene Amsterdammer, nummer 27-28
Geen boek op het menu deze keer, maar een tussendoortje. En wel het dubbeldikke nummer van de Groene Amsterdammer, met als thema de lof der luiheid. Wat een verademing na alle onheilstijdingen over 'economische groei', 'verhoging van de produktiviteit', 'doorwerken tot 67' en 'versoepeling van het ontslagrecht' (lees: de laan uit bij te lage produktiviteit).
Vermakelijke artikelen over luiheid versus economie, hangmatkapitalisme, luiheid bij dieren en de taoïstische levenshouding van de Chinezen (geeft toch weer een ander beeld dan arme, zwoegende uitgebuitte arbeiders). Luiheid is niet negatief!
Een nummer om lekker lui op de bank van te genieten.

Ouderwets vakmanschap


David Mitchell: De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet



Met een spijtig gevoel heb ik zojuist de laatste pagina van 'De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet' (de oorspronkelijke titel The Thousand Autumns of Jacob de Zoet doet overigens meer recht aan inhoud en sfeer van dit boek) omgeslagen. Ik zal hem missen, die rechtschapen, gevoelige, menselijke Zeeuw Jacob de Zoet. En zijn leven op Deshima, het Hollandse handelseiland voor de kust van Nagasaki, Japan. Wat een prachtig verhaal, ouderwets vakmanschap waarbij diepgaande kennis over Japan rond 1800, Deshima en de VOC is verwerkt. Maar ook spanning en romantiek ontbreken niet aan dit fascinerende verhaal over een Hollander die verliefd wordt op een Japanse vroedvrouw. Ik kan er nog een tijdje lyrisch over doorschrijven, maar over dit boek moet niet te lang geschreven worden. Dit boek moet gelezen worden.

Zweedse gouwe ouwe


Sjöwall & Wahlöö
Een paar weken geleden las ik in de Volkskrant een interview met Maj Sjöwall, van het Zweedse schrijversduo Sjöwall & Wahlöö. Per Wahlöö is overigens al in 1975 overleden. In de jaren 60 begonnen zij met een serie crimi's die langzaamaan heel maatschappijkritisch werden en het functioneren van de politie blootlegden, iets wat in die tijd heel nieuw was. Sjöwall vertelde in het interview dat het al vanaf het begin van de reeks de opzet was om het karakter van de crimi's langzaam om te vormen tot een nieuw subgenre: de sociaal-kritische misdaadroman. Ook stond al vanaf het begin vast dat het een reeks van 10 boeken zou worden, niet meer en niet minder. Heel lang is de reeks, met als hoofdpersoon de beroemde inspecteur Martin Beck, immens populair geweest. Van verschillende delen zijn ook films uitgekomen.
De reeks wordt nu opnieuw uitgegeven door Bruna in de goedkope serie Zwarte Beertjes. De eerste twee delen zijn uit: 'De vrouw in het Götakanaal' en 'De man die in rook opging'.
Maj Sjöwall is overigens nog steeds actief als vertaler van misdaadromans.

Enkeltje Lissabon


Pascal Mercier: Nachttrein naar Lissabon



Ik las dit boek voor de leesclub waar ik lid van ben. Het boek stond al een paar jaar ongelezen in de kast, dus ik was wel blij met deze keuze. Had er hele wisselende berichten over gelezen, dus zeer benieuwd. Het verhaal gaat over een oudere Zwitserse leraar klassieke talen, Raimundo Gregorius (ofwel 'Mundus') die door een ontmoeting met een Portugese vrouw een plotselinge wending aan zijn leven geeft. Althans, het lijkt of het hem gewoon overkomt, maar het is natuurlijk onze vrije wil die aan alle handelen ten grondslag ligt. Door de impulsaankoop van een boek van de Portugese schrijver Amadeu Inacio de Almeida Prado getiteld 'Een goudsmit van woorden', een boek vol filosofische overpeinzingen, en raakt hierdoor zo gebiologeerd dat hij een enkeltje met de trein naar Lissabon koopt. Daar gaat hij op zoek naar de achtergronden van deze grote Portugese schrijver, maar in dezelfde mate ook op zoek naar zichzelf, naar wat zijn drijfveren zijn (geweest) en hoe het ook had kunnen lopen.
In analyses van dit boek wordt als thema altijd de vrije wil genoemd. Het is overduidelijk dat de filosofische insteek van dit boek inderdaad het onderzoek naar de vrije wil is, maar voor mij was het thema net zo goed: woorden en verhalen. Dat een leven pas betekenis krijgt als het in woorden wordt vormgegeven. De titel van het boek van Prado wijst hierop, en het komt heel vaak terug in het boek.
Ik vond het een heel melancholiek boek; het op oudere leeftijd terugkijken en bedenken hoe het had kunnen zijn wanneer men andere keuzes had gemaakt. Het is een traag boek en ik denk dat dat de mening van veel mensen in negatieve zin heeft beïnvloed. Zelf vond ik het echter een aangename traagheid, door het trage verhaal van Gregorius had je als het ware ook de tijd om na te denken over de filosofische stukken van Prado. Door de zoektocht van Gregorius naar hoe het leven van Prado is verlopen, wordt er ook een zekere spanning opgebouwd, die er net voor zorgt dat je geinteresseerd blijft doorlezen; want je wilt uiteindelijk weten wat er precies in dat leven is gebeurd.
Ik denk dat ik snap waarom jongere mensen dit boek niet zo verteerbaar vinden. De vraag: wat als ik een andere keuze had gemaakt...komt vaker naar boven naarmate je ouder wordt. Ik vond het (daarom) zelf een mooi boek dat vooral in kleine stukjes geconsumeerd dient te worden.

Voor de vakantiekoffer


Iedereen die nog op vakantie gaat en graag iets te lezen in de koffer stopt, zou ik de roman De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet van David Mitchell willen aanbevelen. Hoewel ik pas zo'n 200 bladzijden gelezen heb (van de 618) wist ik meteen vanaf de eerste bladzijde al dat dit boek mij veel plezier zou geven. Het is goed geschreven, goed doortimmerd ouderwets verhalend proza, een avonturenroman en historische roman ineen, over een Hollander (de zeeuw Jacob de Zoet) die rond 1799 namens de VOC op Deshima terechtkomt, de VOC-enclave voor de kust van Japan. Naast spanning en veel interessante historische achtergronden heeft het ook nog humor, en wel van het soort dat de spanningsboog niet ten nadele komt.
Inpakken en wegwezen!

Een lesje communisme


Van een kennis kreeg ik De woeste kust van Bohemen van Jill Paton Walsh in handen gedrukt. Deze kennis heeft geschiedenis gestudeerd en dit vond hij 'het mooiste boek dat ik ooit gelezen heb' dus dan moest het wel iets met geschiedenis te maken hebben. Het boek is uit 2001 en de titel verwijst naar een passage uit Shakespeare's The Winter's Tale. Het speelt zich af in Comenië, een denkbeeldig land of provincie (dat wordt niet geheel duidelijk) ergens bij Bohemen, Moravië en Tsjechië en begint in 1945, als de Tweede Wereldoorlog ten einde komt en de Russen een communistische greep op de hun omringende landen krijgen. Veel partizanen uit de oorlog ontpoppen zich als rechtlijnige communisten achter het IJzeren Gordijn. In 9 hoofdstukken vertelt steeds één personage over zijn ervaringen met het communisme, alle personages komen steeds voort uit het vorige hoofdstuk en elk hoofdstuk schrijdt ook voort in de tijd. Dit is op zich een slim gevonden structuur die zorgt dat het verhaal zijn vaart behoudt. Een slothoofdstuk sluit alle verhalen af. De kern van de verhalen wordt gevormd door twee rijke Comenische geslachten in het bezit van grote landhuizen, die dit bezit in en na de oorlog moeten afstaan, en de gevolgen die dit heeft voor hun kinderen en kleinkinderen.

Wat vond ik ervan? Ik wist niet echt dat het communisme zo erg en niets ontziend was, en dat zoveel mensen daar het slachtoffer van geworden zijn. Als zij zich al niet gedwongen zagen naar het buitenland te vluchten, dan toch leefden zij in een voortdurende angst onder een beklemmend, onderdrukkend regime. Omdat er ook communisten zelf aan het woord komen, krijg je een goede indruk hoe zij gehersenspoeld werden en zo het communisme heel lang tegen beter weten in voor zichzelf goed konden praten en hoe ver dit eigenlijk ging. Het was in deze context niet altijd even prettig om te lezen, maar het feit dat je van binnenuit kunt ervaren hoe het was om in die tijd (van 1945 tot 1989!) te leven maakte dat goed. Daardoor kon ik me ook over het feit heenzetten dat de personages niet goed zijn uitgewerkt; zij blijven allemaal vrij oppervlakkig, waardoor ik niet echt met één of meerdere personages kon meeleven. Dat creëert een zekere afstand tot het verhaal en dat is jammer. Maar ondanks deze tekortkoming was het boek dik de moeite waard en heb ik het uiteindelijk toch met plezier uitgelezen.

Beoordeling: ***