Steve Toltz - A fraction of the whole


Dit lijvige boek uit 2008 van de Australische schrijver Steve Toltz, was genomineerd voor maar liefst vier literaire prijzen, waaronder de Man Booker Prize. Het heeft er uiteindelijk maar één gewonnen; de Australische New South Wales Premier's Literary Awards 2009, waar het de Winner of People's Choice Award for Fiction kreeg.

Het was het uitverkoren boek van de leesclub voor de maand april, waar ik door een inschattingsfoutje te laat aan ben begonnen; dat heeft ertoe geleid dat ik de tweede helft van het boek gehaast heb moeten lezen. Daarom heb ik geen waardering aan dit boek toegekend, want de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik, ik denk mede daardoor, geen oordeel heb kunnen vellen.
Merkwaardig: ik dacht, zeker toen ik alle lovende recensies op internet las, dat ik vast de enige van onze leesclub zou zijn die niet overdonderd was door het boek. Maar iedereen bleek er in meer of mindere mate niet in te zijn geslaagd het boek ten volle te waarderen. Er waren er zelfs twee die het niet uit hadden gekregen omdat ze er erg veel moeite mee hadden.
Merkwaardig: toch vond iedereen het ook de moeite waard geweest om dit boek te lezen
Merkwaardig: het aantal pagina's van dit boek verschilde erg per editie: van 490 (mijn Engelstalige digitale versie) tot meer dan 700 (Nederlandse vertaling).

De vraag waar het over gaat is nauwelijks te beantwoorden. De grote lijn wordt gevormd door de levensverhalen van een vader, Martin Dean, zijn broer Terry Dean en de zoon van Martin, Jasper Dean.
Martin is een man met een op z'n zachtst gezegd onconventionele manier van denken, die zijn hele leven te lijden heeft onder de beroemdheid van zijn criminele broer Terry Dean (gevormd naar model van de beroemde Australische crimineel Ned Kelly). Jasper, wiens moeder enkele maanden na zijn geboorte is overleden, wil maar één ding: niet worden zoals zijn vader. Via de verteller Jasper volgen we Martin, Terry en Jasper, vooral via de verhalen van vader aan zoon en de dagboeken van Martin. Tot zover het verhaal.
Wat maakt dit boek dan zo moeilijk en tegelijkertijd toch aantrekkelijk? Het boek zit werkelijk tjokvol, met verhalen, met anekdotes, met filosofieën, met gesprekken, met dagboekfragmenten. En met pagina's. Want het had ook wel iets minder dik gekund, dit episch verhaal wat twee generaties en drie continenten bestrijkt.
Als je dat dan in een kort tijdsbestek allemaal tot je moet nemen, dan is het gewoon te veel van alles. Je wordt er moe van in je hoofd, de veelheid maakt het heel druk. Dat is jammer want daardoor is er bij mij weinig van blijven hangen, en dat is misschien niet terecht.

Maar het zegt toch wel wat over het boek, dat de twee leden van onze club, die het boek niet uit hadden, het alsnog uit gaan lezen, toch nieuwsgierig naar het eind. Gelukkig komt er zo tegen het eind nog een geweldige plotwending die maakt dat je beloond wordt voor de volhardendheid van het doorlezen. Misschien is dat dan toch een uitnodiging om het boek te gaan lezen. Ik kan het in ieder geval noch aanraden, noch afraden. Dat is me tot nu toe nog nooit overkomen. Is dat dan toch de kwaliteit van dit boek?

Henk Rijks - De kostwinner



De opvallende cover van dit boek trof me als een behoorlijk eye-catcher; wit met contrasterende rode letters en een zwarte afbeelding. Het tweede wat opviel was de Babboe-bakfiets, juist omdat ik zo’n ontzettende hekel heb aan die dingen, die het hele fietspad innemen en waag het niet om te denken dat je er als snelle(re) fietser nog wel even langs mag kunt.

Maar laten we het hebben over de inhoud…
Tonk van Lexmond is een dertiger met een goedverdienende baan, een niet meer zo strakke vrouw (zo typeert hij het zelf) en een tweeling van rond de 5. Hij ontleent zijn zelfvertrouwen en status aan het geld. Het is een ‘typisch’ Amsterdam-Zuid gezin en de Babboe bakfiets staat daarvoor model. Zo’n net niet meer jong gezin, alles voor de kinderen en als grootste drijfveer het voorzien in elke mogelijke materiële behoefte. Het huis is niet groot genoeg dus wordt er verhuisd naar een mooier en groter huis. Als Tonk dan ontslagen wordt, stort deze wereld van uiterlijke schijn in elkaar.
Tonk zakt steeds dieper weg in zijn eigen wereld en het gebrek aan geld gaat behoorlijk schrijnen. Het huwelijk blijkt niet goed bestand tegen een leven waarin elk dubbeltje omgedraaid moet worden. Maar dan doet zich een buitenkans voor. De container die bij de verhuizing in de tuin is neergezet om spullen in op te slaan, blijkt een dubbele wand te bevatten en tussen deze wand zitten pakken cocaïne. Veel cocaïne, pure, onversneden cocaïne. Met de dollartekens in de ogen doet Tonk waar hij goed in is: hij bedenkt een businessplan en wordt dealer van de Amsterdamse elite. Dat dit niet goed gaat aflopen, dat voel je natuurlijk al heel lang aankomen.
Laat onverlet, dat dit een snel, filmisch verhaal is. Het deed me erg denken aan Kluun, maar met meer humor en een spannend plot. Een zogenaamde ‘moderne zedenschets’ waarin de genoemde elite behoorlijk op de hak genomen wordt.
Geen literatuur met een hoofdletter maar wel een boek waar ik erg van genoten heb.

Pat Conroy - My reading life


Ik vind het altijd erg leuk om te lezen wat anderen lezen en wat ze daarover zeggen en ben daarnaast ook een liefhebber van ‘boeken over boeken’, dus de verwachtingen over een boek met de titel My reading life waren hooggespannen.

Pat Conroy, die kennen we van het prachtige Prince of Tides (ook een hele mooie film) maar verder ging mijn kennis over deze auteur niet. Dat hoeft nog geen belemmering te zijn, maar het bleek al snel dat deze 'essays' sterk autobiografisch zijn, heel erg Amerikaans en beslist niet allemaal over lezen of boeken. Minstens 3 hoofdstukken gaan over de problematiek in het zuiden van de Verenigde Staten, waar de roots van de schrijver liggen en worden min of meer opgehangen aan het boek Gone with the wind van Margaret Mitchell. Het was best leuk om iets meer te lezen over de impact van dit boek met name in het ‘zwarte zuiden’ maar het werd wel erg uitgesponnen. Ook zaten er wat hoofdstukken in over typisch Amerikaanse schrijvers (Thomas Wolfe, James Dickey) die me niet zo raakten. Maar ook wel mooie stukken, over hoe zijn moeder de leeslust van haar zoon aanwakkert omdat ze zelf nooit de kans heeft gehad zich te ontwikkelen. Over een boekwinkel in Atlanta met de naam The Old New York Bookshop, waar voor Conroy een wereld van boeken opengaat wat voor hem het begin is van een levenslange verzamel-en leeswoede. Een hoofdstuk over Tolstoy getiteld The Count, met en passant een mooie analyse van Oorlog en Vrede.
Gemengde gevoelens dus, over dit boek en lastig om dit om te zetten in een waardering. De hooggespannen verwachtingen zijn niet waargemaakt, maar het was ook geen slecht boek. Ik heb overigens nog nooit zoveel woorden in het Engelse woordenboek moeten opzoeken om de lijn van het betoog enigszins te kunnen blijven volgen.
Laat ik het zo zeggen: ik vond het niet onprettig om dit boek te lezen. Maar zou ik het aanraden? Nee, dat toch niet, daarvoor zijn er teveel andere leuke boeken over lezen en boeken.

Gerbrand Bakker - De omweg




Eerder las ik van Gerbrand Bakker Boven is het stil, een puur Hollands boek door de uitgebreide beschrijvingen van de hollandse natuur.

Nu dit voor de Libris literatuurprijs genomineerde boek. De stijl en sfeer was herkenbaar, en ik moet zeggen dat ik wel houd van die stijl. Zonder opsmuk, sober, een stijl die een soort 'verstilling' teweeg brengt. Veel natuurobservaties ook hier weer, maar dan de natuur van Engeland, om precies te zijn van Wales.
Dit keer gaat het niet over een eenzame man, maar een eenzame vrouw. Een vrouw die Nederland achter zich gelaten heeft en haar toevlucht heeft genomen tot een soort van boerderij in Wales. Waarom de vrouw op de vlucht is, daar kom je pas gaandeweg achter. Op een dag loopt er, schijnbaar bij toeval, een jongen bij haar aan die een nacht blijft slapen, maar één worden er twee en opeens gaat hij niet meer weg. De jongen confronteert de vrouw met haar problemen, die ze dacht achter zich gelaten te hebben en daardoor wordt hij uiteindelijk de aanjager van het noodlottige eind van dit verhaal.

Ik vond het iets minder goed dan Boven is het stil. Dat komt omdat het me niet precies duidelijk werd waar dit boek nou over gaat. In Boven is het stil probeert een man zich te ontworstelen aan de invloed van zijn vader, en een eigen leven op te bouwen. In De omweg is veel minder duidelijk waar het om draait en wat de bedoeling van de schrijver is. Nu hoeft een boek niet altijd 'verklaarbaar' te zijn, maar in dit geval liet het me toch achter met een onbevredigd gevoel. Eigenlijk zou ik dit boek, net als Boven is het stil, wel met 3,5 boekje willen waarderen, maar net als bij het vorige boek kom ik ook hier uit op een afronding naar beneden. Wel weer een fijne leeservaring!