Detlev van Heest - Pleun


Van Detlev van Heest las ik eerder De verzopen katten en de Hollander. Dat eindigt met de verhuizing van Detlev en zijn vrouw Annelotte van Japan naar Nieuw-Zeeland, waar zij een boerderij gekocht hebben.
In Pleun volgen we het stel in hun nieuwe leven in Nieuw-Zeeland. Zij ontmoeten daar een ander nederlands stel, Pleun en Annemieke. Pleun is een botte, tactloze, te zelfverzekerde doch knappe man en Annemieke is meer zijn volger dan zijn vrouw. Zoals het vaak gaat met stellen die bij elkaar de deur platlopen, sluipen er al snel irritaties in de relatie. Die werken uiteindelijk funest uit, maar voor het zover is moeten we eerst door de depressie van Detlev heen. Hij voelt zich niet thuis in dit nieuwe land en raakt allengs depressiever. Dat zorgt er voor dat in dit boek veel minder humor zit dan in het vorige. Maar toch was het weer verslavend om te lezen. Grote levensvragen worden in de vorm van een dagboek opgeschreven als kleine alledaagse dingetjes. Het is een soort literaire soap, maar net als met tv-soap kan ik niet goed benoemen waarom ik het als zo verslavend heb ervaren. Han Voskuil en zijn vrouw Lousje, en ook Frida (Vogels) komen overigens regelmatig voorbij, want aan hen stuurt hij zijn dagboekfragmenten.
Liefhebbers van Voskuil en liefhebbers van Nieuw-Zeeland komen zeker aan hun trekken. Verder zou ik zeggen: je moet het maar gewoon proberen!

Boekgegevens:
uitgeverij Van Oorschot, 2011, 496 blz.
Ik las dit boek: uit de biep

Toine Heijmans - Op zee Reprise



Let op! Bevat spoilers!
Als je dit boek nog wilt lezen, kun je deze post beter overslaan!

Gisteravond zat ik dit boek nog eens te overdenken, en heb ik nog een stukje van het begin gelezen. In mijn post van gisteren dacht ik nog: ik vat iets niet. Maar nu denk ik: de auteur is gewoon uit de bocht gevlogen.Vooral door het geciteerde stukje interview ("Kan ik dit de lezer wel aandoen? Maar dan zat ik in een stil huis toch al vlug te gniffelen.") kwam ik tot deze conclusie. Die ik toch nog wel even kwijt wil, want het zet mijn vorige post in een ander licht.
Wat is het geval? Wij lezen over een boottocht van een vader en zijn dochter Maria. Die dochter is op een bepaald moment verdwenen. De man snapt het niet maar denkt haar opeens in het water te zien drijven, en gaat zelf te water met alle gevolgen van dien. Als het uiteindelijk niet zijn dochter blijkt te zijn, die daar drijft, komt hij met veel moeite weer op de boot en dan staat zijn dochter opeens voor hem. Ze bleek op de wc te zitten....Dit lijkt al een beetje flauw te zijn, maar is zo goed beschreven dat je het zonder moeite slikt. Dus dit is niet waar ik het niet meer snapte.
Echter, in het laatste hoofdstuk staat Hagar, zijn vrouw, in Harlingen op haar man te wachten......met haar dochter Maria. Dan blijkt dat de man de aanwezigheid van zijn dochter verzonnen heeft. Dit moet dan blijkbaar de mate van overspannenheid van de man aangeven. Maar eigenlijk is het gewoon erg flauw. Heijmans wilde graag een onverwachte wending aan het verhaal geven, die de lezer nooit kon voorzien. Maar beter had hij dit laatste hoofdstuk weg kunnen laten. Dan was het een topboek geweest. Nu voel ik me achteraf als lezer toch niet helemaal serieus genomen. Waarvan akte.

Toine Heijmans - Op zee


Ik had al aardig wat recensies van dit boek(je) gelezen, dus ik had er ook wel bepaalde verwachtingen van. Ik dacht dat het zou gaan over de overpeinzingen van een man over de keuze tussen het leven als loonslaaf en het leven zoals we dat vaak dromen: in vrijheid doen waar je hart naar uit gaat. Daar ging het niet over. Of toch wel?
Ik las het verslag van een man die afgeknapt is op zijn werk en om tot zichzelf te komen 3 maanden uit varen gaat, met zijn kleine zeiljacht. Het laatste stukje vanaf Denemarken doet hij samen met zijn dochter Maria van 7, die daarvoor naar Denemarken vliegt. We volgen de man en het kind tijdens hun zeiltocht terug naar Harlingen, een tocht die al kabbelend begint maar uiteindelijk nog heel spannend wordt.... Het is een verhaal van een man die worstelt met zichzelf, zijn vrijheid ("een boot kan uitvaren, maar moet uiteindelijk weer naar een haven. Zo is het geregeld in de wereld. De enige boten die buiten blijven, zijn gezonken.") en de liefde voor zijn dochter. Het scheepje heet Ismaël, genoemd naar de hoofdpersoon uit Moby Dick, 'het mooiste boek over een boot en zijn bemanning'. Maar wij weten natuurlijk dat Ismaël ook de zoon van Abraham was. Ismaël: God luistert. En toevallig heet de vrouw van de man Hagar; de bijslaap van Abraham die hem zijn eerstgeborene Ismaël schonk en later met haar zoon verdreven werd. Dan komt ook de naam Maria in een ander licht te staan.
De naam van de man krijgen we pas te horen zo'n beetje aan het eind, als Hagar vertelt over haar man Donald terwijl ze in de haven van Harlingen op hem wacht. Dan krijgt het verhaal opeens een andere wending en moet je eigenlijk weer opnieuw beginnen met lezen. Want door die wending komt alles in een ander licht te staan. In een interview met de schrijver, die zelf ook een zeiljacht heeft, las ik dit:
Het plot schreef hij ’s nachts om een uur of twee. Zo’n tijdstip waarin de twijfels wel eens dubbel zo hard kunnen toeslaan. “Kan ik dit lezer wel aandoen? Maar dan zat ik in een stil huis toch al vlug te gniffelen. Je weet dingen die de lezer niet weet. Fictie is spelen met de lezer. Ik had er lol in die lezer op het verkeerde been te zetten.

Dat is in ieder geval gelukt, op het verkeerde been zetten.
Het is een spannend, intrigerend verhaal, sober en strak geschreven met bij vlagen diepzinnige overpeinzingen, mooi om te lezen. Dat ik het nog niet helemaal kan vatten, doet daar niets aan af. Bijzonder zijn overigens ook de illustraties, tekeningen van Jenna Arts.

Boekgegevens:
L.J.Veen, 2011, 124 blz.
Ik las dit boek als ebook.

Truus Matti - Mister Orange


Wat een verademing om eens iets te lezen zonder dubbele bodems, waar wat gezegd wordt ook bedoeld wordt. Ik heb het over het tweede jeugdboek van Truus Matti: Mister Orange. Matti, eerder redacteur en student aan de Rietveld Academie, weeft in dit boek de oorlog, kunst en Superman vindingrijk tot een geheel. Het is een speels boek over de kracht van de verbeelding.
De jonge held, Linus Muller, brengt in het New York van 1943 bestellingen rond voor zijn vader, een groenteman. Hij moet ook kisten sinasappels afleveringen bij een wat zonderlinge oudere man. Die man blijkt Piet Mondriaan te zijn, al wordt in het boek zijn naam nooit genoemd, zijn naam is te moeilijk voor Linus om uit te spreken; hij blijft Mister Orange.
De broer van Linus, Albert ('Apke') heeft zich aangemeld om dienst te nemen in het leger en wordt al spoedig naar de oorlog in Europa gestuurd. Het avontuurlijke beeld van de oorlog uit de stripbladen van Action Comics, waarin Superman de beschermer van de soldaten is, wordt al gauw een rauwe realiteit.
Linus maakt nader kennis met Mister Orange, die leeft in een wit appartement, met allemaal gekleurde vlakken aan de muur,in zoals hij zelf zegt 'de kleuren van toekomst', en die hele aparte muziek draait, hij noemt het: BoogieWoogie. Totaal nieuwe dingen voor die tijd, en Linus raakt enorm geboeid door die kleuren op de witte achtergrond, en door die merkwaardig vrolijke muziek. Hij praat met Mister Orange over zijn broer en over de oorlog.
'De oorlog winnen,' zei mister Orange, 'is zorgen dat de verbeelding vrij blijft. Dat is het allerbelangrijkste.'

Op een heldere wijze wordt het ontstaan van het beroemdste schilderij van Mondriaan, Victory BoogieWoogie, uit de doeken gedaan en op een zo aanstekelijke wijze, dat ik meteen zin had om een boek over Mondriaan uit de kast te trekken.

Achterin nog een beknopt overzicht van het leven en werken van Mondriaan, het leven in New York en het schilderij BoogieWoogie. Kort en begrijpelijk genoeg om kinderen enthousiast te maken.
Heerlijk no-nonsense boek. Geschikt voor kinderen van 10 tot 80 jaar.

Boekgegevens:
Leopold, Amsterdam, 150 blz.
Ik las dit boek uit de biep

José Saramago - De stad der blinden


Jose Saramago (1922 - 2010) schreef dit boek in 1992, 3 jaar nadat hij zijn land verlaten had om op Lanzarote te gaan wonen, en 3 jaar voordat hij de Nobelprijs voor de literatuur zou winnen.

De stad der blinden verhaalt over de inwoners van een stad (Lissabon?) die één voor één blind worden door een geheimzinnig virus. In eerste instantie, als het nog een kleine groep is, worden de besmetten en 'mogelijk besmettten' in quarantaine gehouden. Ze moeten zichzelf daar redden, want geen gezond mens durft zich daartussen te vertonen. Het eten moet bij de ingang worden weggehaald. Al snel ontaardt deze mikrokosmos in een 'survival of the fittest' en de mensen, ontdaan van al hun waardigheid, gaan zich langzaamaan gedragen als beesten. Alles wat in een land in oorlog gebeurt, gebeurt ook hier; de strijd om de macht, gebruik van geweld, afpersing, vernedering, ja zelfs verkrachting. Sommigen beginnen zich af te vragen of de ogen het verschil vormen tussen mens en beest. Wij zien de gebeurtenissen voornamelijk door de ogen van 'de vrouw van de oogarts'. Zij heeft net gedaan alsof ze ook blind was om haar man te kunnen vergezellen naar de quarantaine, maar ze wordt, zoals het lijkt als enige van de stad, niet blind. Nadat ook de bewakers van de quarantaine ten prooi vallen aan het virus zijn de groepen blinden in quarantaine weer 'vrij'. Dankzij de vrouw van de oogarts kan een kleine groep mensen om haar heen overleven in een stad in verval, waarin de straten bezaaid zijn met uitwerpselen en groepen blinden op zoek zijn naar eten. De vrouw leidt 'haar' blinden en zij bepaalt wat wij zien.
Er is ook nog een alwetende verteller, die het af en toe overneemt van de vrouw en een soort 'commentaar op afstand' geeft. Dat zijn vaak wat filosofisch getinte, doordachte commentaren die heel langzaam neerdalen en onderweg stemmen tot veel nadenken.
De hoofdpersonen (de groep rond de vrouw van de oogarts) hebben geen naam maar worden aangeduid met hun belangrijkste kenmerk; de 'eerste blinde' voor de man die als eerste blind werd, het schele jongetje, het meisje met de zonnebril, de man met het ooglapje.
Dialogen worden achter elkaar doorgeschreven, de wisseling van de ene naar de andere persoon wordt alleen door een hoofdletter aangegeven. Dat maakt het soms wel eens lastig te onderscheiden wie aan het woord is. Het zorgde echter wel voor een bepaalde cadans en snelheid, die maakt dat je op hoog tempo door blijft lezen. Daardoor dringt dit verhaal door tot in je porieën. Het was...zoals men op zijn engels zegt: haunting. Ik heb er zo snel geen adequate vertaling voor. Het is Literatuur met een hoofdletter, het raakt je zoals alleen grote literatuur je kan raken.
Wat een vreselijk goed boek was dit.

Het halfjaar van lezen uit de eigen kast



Ik ben altijd wel blij geweest met m'n voorraad nog niet gelezen boeken, die inmiddels behoorlijk groot is geworden; het geeft een rijk gevoel om te weten dat je voorlopig nog niet uitgelezen bent en dat al dat moois nog op je staat te wachten.
Maar het tempo waarmee de laatste tijd de boeken binnenkomen is lang niet te evenaren door het tempo waarin ik ze lees.
Dus ik zie mezelf al als vrouwtje van 80 met nog steeds een slechts half gelezen boekenkast. Daar moet je niet aan denken, dat lijkt me een zeer onaangename situatie.
Waarop ik heb bedacht het komende halfjaar (je moet ergens beginnen) niets meer bij te kopen en vrijwel uitsluitend uit eigen voorraad te lezen (dus ook niet meer zo veel naar de biep). Dit is natuurlijk geen briljante gedachte, er is al vaker geschreven over (een jaar van) lezen uit eigen kast. Maar voor mij is het wel een hele opgave, reden waarom ik meneer Boekhappen heb gevraagd mij hierin te steunen en mij streng toe te spreken wanneer ik de wens tot kopen kenbaar maak.

Om mezelf te motiveren heb ik het boek van Peter Boxall: "1001 boeken die je gelezen moet hebben" er eens op nageslagen. Toevallig kwam dit boek aan de orde in een post op Quis leget haec over het boek Berlijn Alexanderplatz.
Van de 1001 boeken heb ik er 195 in bezit, maar slechts 71 gelezen (en nog 35 gelezen die ik niet in bezit heb). Dat betekent dat ik zo al 124 'wereldvermaarde' boeken ongelezen in de kast heb staan. En dan al die andere prachtige boeken nog die er werkeloos naast staan (te verstoffen).
Dat kan echt niet, dus mijn besluit staat vast: er komt niets meer in!

Ik heb nog wel even snel Op zee van Toine Heijmans gedownload :-)

Mary McCarthy - De groep



Mary McCarthy (1912-1989) schreef The Group in 1963, een periode waarin vooral voor en door vrouwen werd gestreden voor een vrij en onafhankelijk leven. Met name op het gebied van liefde en sex moesten nog veel vrijheden veroverd worden. Die strijd is echter al begonnen in de periode waarin het boek speelt; de Groep beschrijft het leven van 8 vrouwen in de periode van 1933 tot 1938. De band tussen deze vrouwen is ontstaan tijdens hun studiejaren op de (toen nog) vrouwen-universiteit Vassar. Die band zorgt voor een vriendschap die zich ook in het leven na de studie voortzet en dat zich voornamelijk afspeelt in en nabij New York City. Er schijnt veel van McCarthy's eigen leven in het boek terecht te zijn gekomen (ze heeft ook op Vassar gestudeerd, trouwde net als één van de hoofdpersonen een toneelschrijver, had buitenechtelijke affaires etc).

Op de achterflap staat in een aanbeveling van Joke J.Hermsen, toch niet de minste, dat dit boek "nog niets aan aktualiteit verloren heeft". Ik zou zeggen: integendeel, het heeft niets aktueels, maar dat is juist de charme van dit boek. Het is de tijd dat vrouwen voor het eerst kunnen denken aan het opbouwen van een eigen carrière en niet meer alleen een verlengstuk van hun man zijn.
Het is ook de tijd waarin de eerste voorbehoedsmiddelen vanuit Europa op de Amerikaanse markt komen: het pessarium. Die voorbehoedsmiddelen zorgen ook meteen voor een lossere sexuele moraal, iets wat een belangrijke rol speelt in dit boek. De voor die tijd openhartig beschreven sex-scenes zorgden er voor dat het boek veel ophef veroorzaakte ("een schandelijk boek") en mede daardoor 2 jaar lang op de bestsellerlijsten bleef staan.
Het gaat ook over de strijd van de vrouwen tussen hun ideaal: een eigen carrière en daarmee onafhankelijkheid, en de rol die hun door de maatschappelijke normen nog steeds wordt opgedrongen: die van vrouw en moeder. Dat is mooi om te lezen met de achtergrond van waar vrouwen anno 2011 staan.

In het begin heb ik erg aan dit boek moeten wennen, omdat de stijl van schrijven (en zelfs van vertalen) de perioden waarin het speelt en waarin het geschreven is weerspiegelt, en dat betekent een zekere traagheid. Het is geen vlot weglezend filmisch verhaal, je moet er moeite voor doen om de uitgesponnen beschrijvingen (overigens komen niet alle 8 vrouwen uitgebreid voor het voetlicht) tot je te nemen. Naast uitgebreide karakterbeschrijvingen ook veel beschrijvingen van woninginrichting, van feesten, van kleding en uiterlijk en ook nog wat politiek (met name het toen in de mode rakende communisme), eigenlijk alles wat het leven in die jaren 30 in New York zo typeert. Pas halverwege was ik aan dat tempo gewend en toen was er ook veel te genieten. Dat er ook 20 bladzijden tussenzitten over het voeden van een baby (fles of borst, hoeveel tijd ertussen, laten huilen of niet) neem je dan op de koop toe. Blijkbaar was het in die tijd een 'hot item', ik heb er maar een beetje snel overheen gelezen.

Op de cover van het boek wordt al gewezen op de inleiding van Candace Bushnell, de schrijfster van Sex and the City, die het boek neerzet als de voorloper van haar eigen geesteskind.
Vergeet dit onmiddellijk weer, want de twee hebben niets met elkaar te maken.
Ik denk wel dat het verhaal minder interessant is voor mannen, omdat het zo heel erg vanuit een vrouwelijk standpunt is geschreven en de onderwerpen ook met name vrouwen zullen boeien, zonder dat ik dit nu direct een ‘vrouwenboek’ zou willen noemen.
De Groep heeft onbetwiste literaire kwaliteiten (en is zeker ook goed vertaald, op een enkel kleinigheidje na) die pas tot hun recht komen als je het boek leest zoals het geschreven is: langzaam en met aandacht.

Boekgegevens:
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2011, 408 blz. Gemoderniseerde vertaling
Oorspronkelijke titel: The Group (1963)
Ik las dit boek als recensie-exemplaar van de uitgever

Verandering doet lezen


Of niet?
Ik wilde wat wijzigingen doorvoeren in m'n blog, en vond het ook wel tijd voor een nieuw en fris jasje.
Die wijzigingen vragen wel om wat toelichting; er zijn namelijk twee onderdelen verdwenen: 'Nu aan het lezen' resp. 'Waardering'.
'Nu aan het lezen' heb ik verwijderd omdat ik nogal eens de neiging heb spontaan een ander boek te gaan lezen (en daarmee het onderhanden boek even aan de kant leg). Dus zo'n lijstje met wat ik aan het lezen ben pinde mij te veel vast op die boeken, ik wilde wat meer vrijheid hebben in mijn keuzen. Het blijft voortaan dus een verrassing, waar de volgende blogpost over zal gaan.
Het onderdeel 'Waardering' heb ik ook verwijderd en dat houdt tevens in, dat ik geen waardering in punten, boekjes of cijfers meer ga geven. Om twee redenen: ten eerste vind ik het vaak erg moeilijk om mijn genuanceerde waardering van een boek om te zetten in harde cijfers. Ten tweede doe ik het boek daar soms te kort mee, in positieve of negatieve zin: soms vind ik een boek niet goed, maar heeft het boek zelf wel degelijk literaire kwaliteiten. Alleen is er dan iets aan boek wat mij irriteert of niet boeit. Andersom kan ik een boek erg goed vinden wat verder niet veel literaire kwaliteiten heeft. Waardering is nu eenmaal een zeer subjectieve activiteit.
Daarom laat ik voortaan mijn persoonlijke waardering van het boek liever tot uitdrukking komen in de tekst van m'n blogpost.
Gelukkig is er ook iets nieuws te beleven: ik heb een index van de besproken boeken gemaakt. Ik kijk regelmatig in de index van andere blogs of daar soms een beschrijving van het boek staat (voordat ik het ga kopen/lenen/lezen). En ik houd nu een lijstje bij van de laatste aanwinsten.
Wellicht ga ik ook nog iets doen met m'n TBR lijstje, maar die is zo lang dat ik dan een soort top 100 zal moeten maken. Daar moet ik nog even over nadenken.

Nu maar weer gewoon aan het lezen...