Frans van den Ouweland - Het dorpsgericht


Waar gaat het over?
Michel Perraudin komt met twee grafzerkjes van zijn ongeboren zoon Vivi naar het plattelandsgehucht La Clairière om daar de vrijgekomen positie van onderwijzer in te nemen. Hij is gevlucht uit Parijs, waar hij zijn vriendin Marjorie heeft achtergelaten. Wat er precies is gebeurd in Parijs wordt (nog) niet prijsgegeven, maar als hij op het kerkhof staat om de steentjes een plek te geven mijmert Michel:
“Net genoeg ruimte om een steentje te plaatsen, maar niet zonder opdringerig te worden. En dat wil ik niet meer, me opdringen. Een onderwijzer luistert, biedt rust, overlegt, al het andere blijft achter in Parijs”.

De vorige onderwijzeres is plotseling vertrokken (“een overplaatsing”), het wordt niet duidelijk waarom. Michel pakt het op z’n zachtst gezegd wat onhandig aan allemaal, hij is een onconventionele onderwijzer die erg met de kinderen begaan is. In het bijzonder met 3 van hen: Béatrice Guerrier, het bebrilde dochtertje van de alleenstaande caféhoudster, Natacha Dufour, de dochter van de weduwnaar en kippenboer Hervé Dufour, en Paul Lavallois, de kleinzoon van de burgemeester.
Hij laat de kinderen opstellen maken over ‘het land’, een opdracht die ze nogal vrij invullen en schrijven over hun eigen achtergrond. Zo komt Michel veel te weten over zaken die de ouders van de kinderen liever verborgen hadden willen houden. Béatrice, Natacha en Paul blijken allen op één of andere manier gemanipuleerd te worden door hun ouders. Het zet je wel aan het nadenken over de invloed van ouders op hun kinderen, en dat je daar als kind vaak een willoos slachtoffer van bent;
Béatrice moet van haar moeder het café overnemen, en werkt nu buiten de schooltijden al zo’n beetje fulltime in het café. Haar moeder, de dikke Madame Guerrier, houdt van alles wat in het café gezegd en gedaan wordt ‘schrifjes’ bij. Natacha heeft sinds de stilgezwegen dood van haar moeder een slechte relatie met haar vader en de rapporten van Paul moeten worden gemanipuleerd omdat hij ‘moet studeren’ terwijl Paul geen goede leerling is en zijn opa eigenlijk ziet als een ‘laffe dierenmoordenaar’ (opa is verfent jager).
Vervolgens laat Michel Paul als een hondje aan een riem door de klas schuifelen en blaffen en natuurlijk komt er dan net iemand binnen.
En tot slot bedenkt hij een ‘uitje’ waarbij hij uiteindelijk, samen met Béatrice, beschoten wordt door de plaatselijke jagers (waaronder Hervé Dufour). Per ongeluk, of toch niet?
Na dit uitje wordt Michel geschorst. Omdat hij niet terug wil naar Parijs, gaat hij in op de uitnodiging van collega Hélène om het huis van haar overleden oma op te knappen. Dan begint de oorlog met de bewoners van La Clairière pas goed, want die moeten hem niet meer. En uiteraard zijn de kinderen het grootste slachtoffer van deze oorlog. Die overigens, vooral door het initiatief van Hélène, op een prachtige manier tot een einde komt.

Wat vond ik ervan?
Het was wel apart, een boek te lezen over een Fransman, spelend in een gehucht op het Franse platteland. Ik moest me steeds weer even in herinnering roepen dat ik hier een Nederlandse roman zat te lezen. Alhoewel de auteur al meer dan 10 jaar in Frankrijk woont, deels op het platteland.
Het was een plezier om te lezen, dit boek. Zonder overbodige opsmuk in een wat sobere stijl, waarbij ook nog wat te raden bleef. Sommige zaken ontvouwen zich pas in de loop van het boek, en sommige dingen moet je zelf maar uitpluizen.
Ik werd even op het verkeerde been gezet door de tekst op de achterflap ‘de dood van zijn ongeboren zoon’. Om de één of andere reden las ik hier ‘de doodgeboren zoon’ wat heel iets anders is, en met dat gegeven in mijn achterhoofd las ik ook in het begin van het verhaal niet goed wat daar gezegd werd over die zoon. Ik kwam er pas in de loop van het verhaal achter hoe het nu werkelijk zat.
Michel is een onzekere man die geen doel in zijn leven heeft en geen verantwoordelijkheid durft of wil nemen voor zijn leven en dat van anderen. Hij is niet ‘ge-aard’ en zoekt rust en eenvoud in zijn leven. De rust die de hoofdpersoon zoekt, die rust gaf ook het boek mij, door de eenvoud in het schrijven, waarbij toch het poëtische niet vermeden is.
Madame Guerrier noemt hem ‘een stadse praatjesmaker, een opportunist. Toesnellers noemen wij dat hier’.
Op de vraag van Hélène wat hij toch zoekt, antwoord hij:
“Klevende aarde. Daar groeit van alles in en uit….Ik wil ergens in leren geloven, iets vanzelfsprekends, voordat ik verder ga….Ik hou van deze streek. De horizon reikt tot aan de dood, het overanderlijke: de stilte, de aarde, het water. Ik kan hier niet om de dingen heen, moet ze aanvaarden. Zelfs de mensen”
Hoewel de mensen hem nadrukkelijk afwijzen, slaat hij deze keer niet op de vlucht.
Als Hélène aan het eind van het boek tegen Michel zegt: “en nu wegwezen” zegt hij: “Nee. Goed formuleren. Ik kom eraan. Als iemand die toesnelt”.

En dan dit nog
Tja, we moeten het er toch nog even over hebben...het omslag. Ik zag ook bij Judith van Boekblogger al dat zij niet gecharmeerd was van het omslag. Ik vond het zelf ook een lelijk omslag en wat dat betreft sluit het aan bij wat al is gezegd over omslagen van Nederlandse uitgevers bij de bespreking (en de reacties) van Eowyn Ivey op dit blog.
Ik heb de auteur gevraagd wat zijn inbreng is bij het kiezen van het omslag, en of er soms een diepere gedachte achter dit omslag zit. Hij zei daarover dit:
"De omslag en de achterflap komen in goed onderling overleg met de uitgever tot stand. In dit geval staat het beeld voor "de blik naar binnen" en een natuurlijke setting (de ruwe stenen, het door de bladeren heen spelende licht op de muur). Het is een sober beeld, aanlsuitend bij het boek....Dat (kort) gezegd hebbende, uiteindelijk gaat het natuurlijk om de roman zelf en een discussie of de buitenkant aansluit bij de binnenkant blijft er eentje die alle kanten kan worden uitgebogen."
En daar wil ik het maar bij laten.

Boekgegevens:
Uitgeverij Compaan, 2011, 218 blz.
ISBN 978 94 903742 0 4
Ik las dit boek: als recensie-exemplaar via de auteur


2 opmerkingen:

  1. Leuk om te lezen dat je dit boek mooi vond. Ik ga er binnenkort in beginnen en heb er ook zin in.

    Het blijft jammer van de voorplaat. Zo'n boek pak ik normaal gesproken niet op. Dat er geen dansende lachebek op de foto staat, daar kan ik me wat bij voorstellen, maar iets meer kleur, iets meer aantrekkingskracht...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ook ik vond het een plezier dit boek te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen