Beste boeken 2014 lijstjesmakerij (deel II)

Boeken per jaar vanaf 2006




Geheel volgens de traditie, op deze laatste dag van het jaar mijn beste boeken van 2014.
Ik las dit jaar 66 boeken, 1 minder dan vorig jaar, dit ondanks mijn cursus Snellezen. Die vaardigheden heb ik alleen toegepast in juli en augustus, toen het nog vers in mijn hoofd zat. Daarna is de klad er in gekomen.

 


Maar niet getreurd, ik ben er tevreden mee want van die 66 waren er veel met 5, 4 of 4,5 ster, dus de kwaliteit was hoog dit jaar.
Waardering
Maar liefst 17 boeken gaf ik 5 sterren (een 10 in de grafiek), 21 4 sterren en 8 4,5 ster. 










De genres waren divers, maar de klassieken kwamen er wel heel slecht van af dit jaar, ik las er slechts één. Maar dat was dan ook wel een monumentaal boek: Middlemarch van George Eliot.


Kom nu maar op met dat lijstje, denken jullie.


Ok, hier komt het:

Met stip op 1: Anthony Doerr - All the light we cannot see; ik las het vorige week pas uit dus ik heb nog niet eens tijd gehad erover te schrijven, maar dit was wel een topper! Het speelt in WOII maar ik zou het niet willen scharen onder oorlogsliteratuur. Met in de hoofdrollen een blind frans meisje en een slimme duitse weesjongen wiens levens in Saint Malo bij elkaar komen. Prachtig geschreven, prachtige sfeer, prachtig verhaal. Indrukwekkend.

2. George Eliot - Middlemarch
3. Nancy Horan - Loving Frank
4. Lily King - Euphoria
5. Malena Watrous - If you follow me
6. Jessie Burton - Het huis aan de gouden bocht
7. Wallace Stegner - Crossing to safety
8. David Mitchell - The Bone Clocks
9. Adriaan van Dis - Ik kom terug
10. Craig Thompson - Habibi

Voor 2015 heb ik veel plannen, qua lezen, maar meestal raak ik al vrij snel weer van het pad dus we zullen zien wat ervan terecht komt.
Ik wens iedereen een heel goed 2015 vol mooie boeken.







De boeken die ik dit jaar niet besprak

Naarmate ik meer lees, blijven er ook meer boeken onbesproken, terwijl sommige daarvan best een beetje aandacht kunnen gebruiken.
Ook heb ik dit jaar nogal wat boeken voortijdig gestaakt, sommige zelfs al na het eerste hoofdstuk. Onderstaand een opsomming.

Gelezen en goed bevonden:
Tove Jansson – The Summerbook; klassieker over een 6-jarig meisje en haar grootmoeder, die samen een zomer doorbrengen op een Fins eiland. Zowel luchthartig als diepzinnig, een wijs boek (4/5)
Jo Walton – Among others; coming-of-age verhaal van een meisje dat kostschool overleeft dankzij het lezen van science-fiction boeken. Alleen leuk als je zelf ook houdt van het genre.(4/5)
Philip Roth – Alleman; over een oudere man die niet kan verkroppen dat hij geen succes meer heeft bij de vrouwtjes en zich terugtrekt in een soort bejaarden-bungalow-park. Een echte Roth, prachtig geschreven (4/5)
Guy Delisle – Jeruzalem; graphic novel van de man die zijn vrouw, werkzaam bij de Franse artsen zonder grenzen, volgt naar verschillende landen en zich daar onnozeler voordoet dan hij is om zo te ontdekken wat er leeft onder de plaatselijke bevolking. Tussen de onnozelheid door een mooie beschouwing van het joods/palestijns conflict. Delisle is mijn favoriete graphic novel auteur geworden.(4,5/5)
Jeroen Vanheste – De wijsheid van de roman; klassieke romans (o.a. Proust en Mann) besproken vanuit filosofisch oogpunt. Een boek dat ik las uit de biep maar zo belangwekkend dat ik het zelf heb gekocht. Mooi uitgegeven trouwens, als hardcover met zwaar papier. (4/5)
Joep Dohmen & Maarten van Buuren – De prijs van de vrijheid; filosofische essays over een aantal filosofen/schrijvers vanuit het besef wat vrijheid is: het maken van keuzen en nemen van verantwoordelijkheid. Doorwrochte stukken die mij niet allemaal boeiden, maar wel leidden tot een enorme toename van kennis over de betreffende filosofen (4,5/5)
 
Minerva Koenig – Nine days; thriller of eigenlijk een who-dunnit met een onwaarschijnlijke heldin, want: dik en lelijk en nog bouwvakker ook én in een getuigenbeschermingsprogramma. Verhaal speelt zich af in een klein plaatsje in Texas en is een heerlijk ouderwets detective-verhaal met een happy end (3,5/5)

Gelezen en niet goed bevonden:
James Wood – Hoe fictie werkt; literatuurwetenschap "voor de gewone lezer", maar wat saaaaaaiii!! Weinig nieuws aan de horizon en het lijkt of James Wood erg zijn best doet om vooral níét te genieten van wat hij leest. (2/5)
Jostein Gaarder – Het mysterie; kerstverhaal over een magische adventskalender, het kerstverhaal en een zoekgeraakte vrouw. Er zaten wel leuke grapjes in, ook voor volwassenen, maar over het geheel viel het nogal tegen, ben beter gewend van Gaarder (3/5)

Gestaakt:
Rachel Kushner – The Flamethrowers; het lukte me niet om door te dringen in dit hippe verhaal over een jonge vrouw op een motor, racen op een zoutvlakte en moderne kunst (onder andere). Ergens las ik in een recensie dat dit boek lezen is alsof je achter in een taxi zit en geen idee hebt waar je heen gaat. Dat vond ik een goede beschrijving van het gevoel dat ik erbij had. Niet mijn soort boek.

Christopher Ross – Tunnel visions; iets tussen fictie en non-fictie over een jongeman die zogenaamd filosofische observaties in metro-stations doet. Vond het niet interessant (genoeg).
Jean-Luc Bannalec – Bretonse verhoudingen; ontzettend slappe, slaapverwekkende detective spelend in een zonovergoten Bretons dorp
Natasa Dragnic – Iedere dag, ieder uur; een roman die begint met twee peuters waarvan de één (het jongetje Luka) flauwvalt en de ander (het meisje Dora) hem wakker kust. Ja hoor. Zo onwaarschijnlijk dat ik er meteen al genoeg van had. Cover lijkt verdacht veel op die van De eenzaamheid van de priemgetallen van Paolo Giordano en moet denk ik suggereren dat het net zo’n boek is.
Graeme Simsion – The Rosie effect; ‘vervolg’ op The Rosie project, maar het trucje wat in het eerst boek zo verfrissend werkte (man met Asperger die zorgt voor veel verwarring) werkt niet meer en levert een heel flauw verhaal op. Gelukkig alleen een preview gedownload.
Margaret Atwood – Stone Mattress; een poging om een verhalenbundel te lezen, maar na het eerste verhaal had ik al een soort kater. Ik had net door hoe het verhaal in elkaar zat (het was een tamelijk vervreemdend verhaal) en waar het heen ging toen het heel abrupt eindigde. Grrrr. Misschien de verkeerde verhalenbundel?

Nancy Horan - Loving Frank



Ballantine, 2007
Ik las de ebook-versie uit hetzelfde jaar
Vertaald als: Alles uit liefde (Uitgeverij Mouria, 2008)

Een bijzondere roman, gebaseerd op het werkelijke verhaal van Mamah (uit te spreken als May-muh) Borthwick-Cheney, die een relatie krijgt met de architect Frank Lloyd Wright, terwijl ze allebei getrouwd zijn en kinderen hebben.

Het huis van Wright zelf in Oak Park. Bron: John Delano
Mamah Cheney bevindt zich in een saai maar stabiel huwelijk met Edwin Cheney, heeft twee jonge kinderen (John en Martha) en een inwonende zuster die zorgt voor het dochtertje van een overleden andere zuster. De tijd is 1907 en de plaats is Oak Park, Chicago.
Het echtpaar raakt gecharmeerd door het huis van Frank Lloyd Wright, die in die tijd nog niet zo bekend was. Ze vragen hem om voor hen een nieuw huis te ontwerpen in dezelfde stijl, dat later bekend wordt als het ‘prairie-huis’. Het is Mamah die de meeste contacten heeft met de architect. Ze hebben diepgaande gesprekken (Mamah heeft gestudeerd en is een geïnteresseerde, belezen vrouw) en het duurt niet lang of de twee worden verliefd op elkaar. 

Mamah Borthwick. Bron: uiuc.libguides.com
Maar het is 1907, een vrouw werd niet geacht man en kinderen te verlaten. Er gaat dan ook enige tijd overheen, maar Mamah besluit dan toch te kiezen voor haar eigen geluk en gaat met Frank naar Europa. De twee veroorzaken een schandaal, maar het is vooral Mamah die het zwaar te verduren krijgt. Door haar eigen schuldgevoel ten opzichte van haar kinderen, maar vooral door de publieke opinie, die een vrouw die haar kinderen verliet behandelde als uitschot. Dat Frank maar liefst 6 kinderen in de steek liet, vond men veel minder erg. Mamah volgt haar hart en blijft standvastig, mede door de bevestiging die ze in eerste instantie krijgt van de Zweedse schrijfster en critica Ellen Key. Maar kiezen voor het eigen leven gaat niet zonder offers en het is soms hartverscheurend om te lezen. Als lezer word je vooral geconfronteerd met het morele dilemma van Mamah: mag je voor je eigen geluk dat van anderen op het spel zetten?

Het verhaal komt wat langzaam op gang, maar als het dan
Frank Lloyd Wright (www.franklloydwright.org)
eenmaal zo ver is, is het een prachtig, meeslepend verhaal van een dappere vrouw die haar tijd ver vooruit is en vooral van haar strijd om het recht op een eigen leven. Ik wist
toevallig hoe dit zou eindigen en was bang dat dit mijn leeservaring zou beïnvloeden, maar dat was gelukkig niet het geval. Bovendien wist ik niet wat de achtergrond was van de dramatische gebeurtenissen die zich aan het eind van dit verhaal ontvouwen. Het boek bleef nog weken in mijn hoofd zitten, niet alleen door de sfeer die wordt geschetst, maar ook door de fundamentele vragen die het stelt over de rol van mannen en vrouwen, over kunst, geluk, moederschap, liefde.
Eén van de meest indrukwekkende boeken die ik het afgelopen jaar las.



My first Murakami - De kleurloze Tsukuru Tazaki


Ja hoor, eindelijk heb ik mijn eerste Murakami gelezen!
En….ik was niet onder de indruk.

De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren, zoals de titel voluit luidt, is een vrij vlak verhaal over een man die als 20-jarige uit een vriendenclubje wordt verstoten zonder dat hij weet waarom, en daar jarenlang psygische problemen van ondervindt. Van de vijf vrienden hebben er vier een achternaam met de betekenis van een kleur (Rooie en Blauwe voor de twee jongens en Witje en Zwartje voor de twee meisjes), alleen Tsukuru (ik heb steeds de neiging om Tsuruku te zeggen)  heeft dit niet: hij is kleurloos.
Maar ook qua persoonlijkheid is hij nogal kleurloos, vindt hij zelf althans. Zijn recente vriendin, Tsukuru is dan 36 en werkzaam als ingenieur van treinstations, raadt hem aan schoon schip te maken met zijn verleden en daarom gaat Tsukuru op zoek naar zijn vroegere vrienden om uit te vinden wat er 16 jaar geleden nou eigenlijk gebeurd is.

Ik vond het verhaal eigenlijk ook vrij kleurloos, er gebeurt weinig, Tsukuru blijft een tamelijk platte personage en nergens werd ik geraakt door dit boek. Het leest wel vlot en is niet slecht geschreven, alhoewel er naar mijn smaak ook wel tenenkrommende stukken tekst in staan. In onderstaand citaat reageert Eri (“Zwartje”) op de opmerking van Tsukuru dat hij zich een leeg vat voelt:
“Maar zelfs áls je een leeg vat bent, wat dan nog? zei Eri. In dat geval ben je een prachtig vat waar iedereen zich onmiddellijk toe aangetrokken voelt. Geloof je soms dat anderen echt weten wat ze zijn? Nou dan! Zorg jij er nou maar voor dat je een schitterend mooi vat wordt. Zo’n magnifiek vat, dat iedereen onmiddellijk staat te dringen om er iets in te stoppen.”
Tja en we kunnen natuurlijk niet controleren of dit Murakami zelf is of de vertaler….

Ik heb wel de indruk dat dit boek niet exemplarisch is voor het oeuvre van Murakami, want ik ben ooit begonnen aan De opwindvogelkronieken, en daar gebeurden toch wel heel vreemde dingen, het was een heel ‘onwerkelijk’ verhaal, totaal anders dan De kleurloze Tsukuru.
Wijlen Michaël Zeeman kon heel mooi de vinger leggen op dat vervreemdende effect:
“Veruit de meeste verhalen zijn pogingen de chaos te ordenen, zoals trouwens vrijwel alles waarvoor mensen hun handen uit de mouwen steken voort lijkt te komen uit opruimwoede en beheersdrang…..misschien is de verklaring voor het ongemene succes van de Japanse schrijver Haruki Murakami en die wonderlijke bedwelming die er van zijn boeken uitgaat, erin gelegen dat hij ernaar streeft de chaos voor normaal te laten doorgaan. Hij verricht het paradoxale kunststukje veel, heel veel te schrijven waarin hij de indruk wekt helemaal niet uit te zijn op een verklaring van de gebeurtenissen waar hij het over heeft.”
(Michaël Zeeman in De mentale klap van Kobe, uit Aan mijn voormalig vaderland)

In De kleurloze Tsukuru is er geen chaos en zijn er geen gebeurtenissen die zouden moeten worden verklaard.
Zeeman noemt in het stuk waaruit bovenstaand citaat is geplukt, Murakami’s Norwegian Wood als één van zijn beste boeken. Toevallig staat dit boek ook bij mij in de kast. Dus ik stel mijn eind-oordeel over Murakami nog even uit en geef hem een tweede kans.
De Kleurloze Tsukuru krijgt daarom van mij een kleurloze waardering, dat wil zeggen: geen.

Ursula Le Guin - De Aardzee cyclus

Ursula K. Le Guin
Machten van Aardzee
Oorspronkelijke titel: Wizard of Earthsea
De tomben van Atuan
Oorspronkelijke titel: Tombes of Atuan


Als je de Aardzee-serie (Earthsea cycles), een klassieke fantasy-reeks gaat lezen, realiseer je je hoezeer de moderne fantasy is geëvolueerd en aangepast aan de complexe wereld waarin we nu leven.
Met Machten van Aardzee (Wizard of Earthsea) schreef Le Guin (1929) één van de eerste fantasy romans en met de Aardzee serie ook nog de eerste Young Adult reeks, al heette het toen nog niet zo. Haar uitgever vroeg of zij iets wilde schrijven voor de categorie lezers tussen kinderen en volwassenen.

De geitehoeder Ged, een jongen van ongeveer 12 jaar oud, ontdekt dat hij bepaalde talenten heeft en wordt door de plaatselijke heks de beginselen van de magie bijgebracht.
Als zijn eiland Gont wordt aangevallen door vijandelijke troepen, weet hij zoveel mist te maken, dat de vijand uiteindelijk afdruipt. Het heeft echter veel van zijn krachten gekost. Dit komt de wijze Ogion ter ore en hij neemt Ged onder zijn hoede. Uiteindelijk stuurt hij Ged naar een school voor magiërs. Dit is duidelijk een voorbeeld geweest voor de Harry Potter reeks van J.K. Rowling.

Machten van Aardzee doet enerzijds ouderwets aan, in de zin dat het speelt in een simpele wereld met magie die bijna lachwekkend is (de magiër oefent zijn magie voornamelijk uit door het uitspreken van spreuken en er zijn draken die spreken) maar anderzijds zitten er veel doordenkers in dit boek, die het toch weer uittillen boven een eenvoudig verhaal.
Nu is Le Guin toevallig behept met een groot schrijverstalent. Ze staat bovendien bekend als een feministe, ze heeft dan ook veel man/vrouw issues in haar boeken gestopt.
Maar ze heeft ook een bijzondere kijk op magie; ze stelt vragen bij de aanname dat magiërs altijd wijs en oud zijn, ze stelt dat je magie niet ongestraft kunt uitvoeren en ze geeft de macht van het woord een centrale rol.

De magiërs in opleiding wordt vooral bijgebracht dat zij hun vaardigheden, vooral die om dingen te veranderen in iets anders,  niet lichtvaardig mogen gebruiken:
“Maar je mag niets, niet één steentje, niet één korrel zand veranderen als je niet het goede en kwade kent dat er het gevolg van zal zijn. De wereld is in balans, in Evenwicht. De wijze kan door zijn macht tot veranderen en oproepen de balans van de wereld verstoren. Die macht is een hachelijke zaak, iets uiterst gevaarlijks. Zij moet het spoor van de kennis volgen en dienstbaar zijn aan de noodzaak. Licht ontsteken is schaduw werpen…”

En over de macht van het woord:
“Een magus heeft alleen maar zeggenschap over wat hem vertrouwd is doordat hij er de juiste en volledige naam van kent. En dat is goed zo. Was dit niet zo, dan zouden de verdorvenheid der machtigen of de dwaasheid der wijzen reeds lang geleden gepoogd hebben te veranderen wat niet veranderd kan worden, en zou het Evenwicht thans verstoord zijn geweest.”

Ged is jong en onbezonnen, en kan zijn impulsen niet bedwingen. Vanuit haatgevoelens voor een andere leerling gaat hij zijn boekje te buiten en roept per ongeluk een kwaadaardig ‘schaduwwezen’  op. De meestermagier weet dit wezen tijdelijk te bestrijden en laat daarbij het leven. Maar het wezen is aan Ged gekoppeld. Zodra Ged klaar is met zijn opleiding gaat hij daarom op pad om dit wezen te bestrijden, een queeste die de rest van het boek bestrijkt.

Bijzonder is dat Le Guin hier duidelijk maakt dat licht en donker (goed en kwaad) niet tegengesteld zijn aan elkaar maar complementair (het yin-yang principe uit het Taoïsme).
Machten van Aardzee is naast de beschrijving van een spannende queeste ook het coming-of-age verhaal van Ged, een verhaal dat niet ophoudt bij dit eerste deel van de serie.

Het boek doet aanvankelijk een beetje gedateerd aan (dat is het natuurlijk ook) en de vertaling was op sommige punten op zijn minst merkwaardig, maar ik heb deze boeken nu eenmaal in vertaling in de kast staan. Als je eraan wilt beginnen, lees dan als het even kan in de oorspronkelijke taal, want Le Guin schijnt erg mooi Engels te schrijven met veel alliteraties, die verloren gaan in de vertaling.

Ik ben gelukkig gezegend met een kinderlijke fantasie, waarbij niets onmogelijk is. Dat wil zeggen ik kan mijn rationele zelf ('ja hallo een draak, die ook nog kan praten?') loskoppelen en vanuit een kinderlijk soort openheid lezen. De auteur speelt daarbij wel een grote rol, want of ik erin mee ga staat of valt met de manier waarop het geschreven is. En Le Guin kan schrijven!





In het tweede deel van deze serie, De Tomben van Atuan (Tombes of Atuan), wordt de tweede hoofdpersonage uit de serie geïntroduceerd: Tenar, een meisje dat al heel jong wordt weggerukt uit haar familie omdat ze uitverkoren is te dienen als hogepriesteres van de Naamlozen en wordt gezien als de reïncarnatie van de eerste hogepriesteres Arha.
De geesten van deze goden leven onder de grond, onder een aantal tomben die in het landschap staan, in een labyrinth. Om de geesten niet te verstoren, mag er geen licht gemaakt worden in het labyrinth. De priesteressen die de Naamlozen dienen vormen een vrouwengemeenschap waarin politiek een grote rol speelt.
Hoewel dit tweede boek in eerste instantie weinig te maken lijkt te hebben met het eerste, merk je toch dat het verhaal dat begon in Machten van Aardzee meer diepgang krijgt, omdat de wereld waarin het speelt (een Archipel genaamd Aardzee bestaande uit een groot aantal eilanden) en zijn eigenaardigheden, steeds meer uitgewerkt worden. In de loop van het verhaal komen wel dingen uit het eerste boek terug en die krijgen nu ook betekenis. De Tomben van Atuan is opnieuw een coming-of-age verhaal, nu van Tenar.
Daarnaast is dit ook gewoon weer een erg spannend en gelaagd verhaal waarin uiteindelijk Tenar en Ged worden samengebracht. Het speelt zich voornamelijk onder de grond, in het donker, af wat een hele speciale beleving van het lezen gaf. Af en toe moest ik me er echt even van vergewissen dat ik gewoon in een normaal verlichte kamer zat!





Deze reeks heeft me ondertussen flink in de greep gekregen dus ik ga na een kleine adempauze zeker door met het derde en vierde boek Koning van Aardzee (Farthest shore) en Tehanu (Tehanu), die in vertaling ook weer gebundeld zijn in één boek.