Lezers, wees kieskeurig


Ik heb al eens eerder geprobeerd duidelijk te maken dat ik wat lezen betreft erge haast heb, omdat ik tot het eind van mijn leven (en je weet nooit wanneer dat is, maar ik ga er voor het gemak van uit dat ik stokoud word) nog maar een beperkt aantal boeken kan lezen. Beperkt als relatief begrip uiteraard want ik hoop er toch nog minimaal 1000 weg te happen. Nu niet weer meteen zeggen: maar het gaat om de kwaliteit en niet om de kwantiteit! Het gaat om het bevredigen van mijn leeslust, die allesoverheersende drang om (nog) zoveel mogelijk mooie boeken te lezen. Dezelfde drang die er ook voor zorgt dat ik af en toe in veel te veel boeken tegelijk bezig ben.

Een tijdje geleden kwam ik DIT artikel tegen in the Guardian. Het is van een nog redelijk jonge journaliste, ik schat haar begin 30. Goodreads vertelde haar dat ze haar 1000ste boek gelezen had, en ze verwachte tot het eind van haar leven nog 2000 boeken te lezen. Een snelle berekening leert dat ze dan zo’n 35 boeken per jaar leest. Niet zo veel voor een journalist maar goed, ze zal ook nog wel een sociaal leven hebben.

Wat ze in dit artikel betoogt is dat je toch goed na moet denken over wat je leest, juist omdat je in een leven niet eindeloos de tijd hebt om alles te lezen en het dus zaak is dat je het gevoel hebt dat je de voor jou waardevolle boeken leest.
Nu is ‘waardevol’ natuurlijk ook weer een heel relatief begrip. Hier komt de kwaliteit weer om de hoek kijken, maar kwaliteit is wat mij betreft als het om lezen gaat ook heel persoonlijk.
Hoe vaak heb ik niet geconstateerd dat een boek wat een ander prachtig vind en dus van hoge kwaliteit, mij niet kan bekoren, sterker nog dat ik het soms echt een slecht boek vind. Maar ook andersom natuurlijk, een boek wat mij zelf treft maar waar een ander niet warm of koud van wordt.
Het is, kan ik nu uit ervaring zeggen, ook nog zo dat je steeds kritischer wordt naarmate je ouder wordt, misschien wel juist omdat de tijd begint te dringen.
Het heeft er bij mij in ieder geval toe geleid dat ik nog sneller boeken terzijde leg als ik merk dat ik er niets mee heb. Niets mee hebben, ook weer zo’n vage uitdrukking. Specifieker dan: bij mij is dat afhankelijk van de doelstelling die ik bij het lezen heb, die bij elk boek anders kan zijn: ik wil geraakt worden, of intellectueel uitgedaagd, of ontspannen, of lol hebben (of soms meerdere dingen tegelijk). Een boek wat daaraan niet kan voldoen of wat me verveelt of ergert, ondergaat een medogenloos lot: het gaat meteen in de doos ‘afvoeren’, terug naar de biep of in het virtuele afvalputje (ebooks).

De afgelopen tijd is dit weer een paar boeken overkomen:

Julian Barnes – Flaubert’s papagaai; ik had het niet verwacht, maar ik vond dit een ergerlijk boek, wat voornamelijk komt door de chaotische vorm: dan weer een dagboek, dan een soort biografie, dan een stukje informatieve tekst etc. Ik kon er geen lijn in krijgen en was het al vrij snel zat. Ik las ergens over dit boek dat het een 'postmoderne biografie' van Flaubert voorstelt. Vandaar want ik heb een broertje dood aan 'postmodern'.

Jonah Lehrer – Proust was een neuroloog; dit boek handelt over het feit dat kunstenaars vaak vooruit lopen op de wetenschap, dat zij intuitief al fenomenen hebben beschreven of getoond waar de wetenschap pas veel later (via de bewijsvoering) mee komt. Dit is op zichzelf een interessant onderwerp maar Lehrer schrijft hopeloos academisch, zodat ik niet werd geprikkeld maar verveeld. Ik heb nog een boek van deze auteur op mijn lijstje staan (Imagine, over creativiteit), ik hoop dat dat wat beter te verteren is.

Stephen King – De beproeving; sorry, fans van King! maar ik vond dit een verschrikking. Na 100 bladzijden heb ik de handdoek in de ring gegooid. Ik vond niet alleen het slecht geschreven, maar bijna elk hoofdstuk weer een nieuwe verhaallijn met nieuwe personages en dat alles in eindeloze details beschreven werd me wat te veel.  De vertaling is in ieder geval slecht maar ik heb ook nog even naar het origineel gekeken, en dat was eigenlijk niet veel beter. Ehhmm....huis-tuin en keukenproza?

M.R. Carey - The girl with all the gifts (net in vertaling verschenen: Het meisje met alle gaven); ik werd door iemand getipt over dit boek, nog voor het vertaald was, dat dit een topper zou worden. Het wordt neergezet als een thriller, maar het is een 'dystopian' en als ik ergens een hekel aan heb gekregen is het aan dystopians, vooral die met horror-elementen. In dit geval zijn de meeste mensen besmet met een soort schimmel waardoor ze een zombies worden en een onbedwingbare lust in menselijk vlees krijgen: de hungries.  Moet ik nog meer zeggen? Dankzij de sympathieke hoofdpersoon, een meisje van een jaar of 10 die een 'halve' hungry is, heb ik het nog 100 bladzijden volgehouden, toen werd ik er echt kriegel van. Ik denk overigens wel dat het een topper zal worden gezien de recensies die ik hier en daar al gezien heb. Blijkbaar vallen dit soort boeken doorgaans zeer in de smaak. Dus laat je vooral niet door mij beïnvloeden!

Het boek van Helen MacDonald (H is for Hawk) heb ik ook gestaakt maar die krijgt nog een herkansing, omdat ik denk dat mijn lezing van The Goshawk van T.H. White, eraan voorafgaand, mijn beleving van het boek van MacDonald nogal in de weg gezeten heeft. Dat moet nog beetje verder wegzakken, dan doe ik een nieuwe poging.

Ik ben er overigens helemaal niet rouwig om, dat ik zoveel boeken heb moeten staken. Het ruimt lekker op, zowel in de kast als op de lijstjes.

Priya Parmar - Vanessa and her sister



Engelse fictie (VS, 2014)
Dit boek is nog niet vertaald

Bloomsbury-fans opgelet: Vanessa and her sister van Priya Parmar is een must read als je geïnteresseerd bent in de Bloomsbury groep, die cirkel van creatieve mensen rond de ‘Stephens’: Vanessa, Thoby, Virginia en Adrian.

De titel geeft al aan dat het dit keer niet Virginia is die in de spotlights staat maar haar oudere zus Vanessa. Het boek is geschreven in de vorm van een dagboek van Vanessa, en loopt van 1905 (als alle Stephens nog samen wonen in het huis dat zij na de dood van hun vader in 1904, door toedoen van Vanessa hebben betrokken aan Gordon Square, Bloomsbury in Londen) tot aan 1912, als voor het eerst een schilderij van Vanessa Bell meedoet aan één van de wereldberoemde tentoonstellingen van Roger Fry.

In haar nawoord geeft Parmar aan dat haar probleem in het geval van Vanessa en Virginia niet een gebrek aan informatie maar een teveel aan informatie was; dagboeken, briefwisselingen, essays, boeken van en over de diverse leden van de groep. Vanessa is één van de weinigen die in werkelijkheid geen dagboek heeft bijgehouden en daar begint de fictie van Priya Parmar.
Ze heeft zich, ik zou bijna zeggen uiteraard, gehouden aan de historische werkelijkheid die we kennen en heeft haar fictionele draden vooral gesponnen rond de karakters van Vanessa, Virginia, Clive Bell, Lytton Strachey en Roger Fry. Andere leden van de groep komen ook aan bod maar in een minder prominente rol: Duncan Grant, Violet Dickinson (vriendin van Virginia), Morgan Forster (E.M. Forster), Walter Headlam, Maynard Keynes, Henry Lamb, Walter Lamb, Desmond MacCarthy, Ottoline Morrell, Margery Snowdon (vriendin van Vanessa) en, via een briefwisseling, Leonard Woolf.

Het is dus een nogal karaktergedreven verhaal, waarbij het vooral gaat om het psychologische spel dat gespeeld wordt tussen Clive, Vanessa en Virginia. In het bohemien milieu waarin de levens van de Bloomsbury groep zich afspelen doet zo’n beetje iedereen het met iedereen en lijkt geslacht er weinig toe te doen. Vanessa komt er pas na haar huwelijk achter dat Clive het heeft bedoeld als een ‘vrij huwelijk’ en het is met name de relatie van hem met Virginia (een relatie die, zo suggereert Parmar, uitsluitend geestelijk van aard was) die haar erg dwars zit.
Virginia komt uit dit boek niet uit naar voren als een erg warm en sympathiek mens. Ze heeft zichzelf zo afhankelijk gemaakt van haar zuster, dat ze iedereen die daar tussen komt ofwel haat ofwel probeert te verleiden. Haar psychische labiliteit maakt het er niet beter op. Wat Parmar vooral duidelijk maakt is de kracht en stabiliteit van Vanessa, zonder wie Virginia waarschijnlijk niet had kunnen uitgroeien tot zo'n groot schrijfster.

Hoewel fictie, vond ik dit boek een waardevolle toevoeging aan mijn kennis over cq beeld van de Bloomsbury groep. De geestelijke en artistieke groei van Vanessa is prachtig beschreven, het is dit keer dan ook vooral Vanessa en niet Virginia die na het lezen op je netvlies blijft hangen, en waarvan je meer wilt weten. Een bijzonder boek.


Vanessa and her sister is het tweede boek van Priya Parmar. Eerder schreef zij de eveneens historische roman Exit the actress (2011), over de engelse actrice Nell Gwyn (1650-1687)  die lange tijd de minnares van de engelse koning Charles II is geweest.




Tip: Nick Hornby's Stuff verzameld

Ik heb HIER al eens over de columns van Nick Hornby geschreven. Vanaf 2003 schrijft hij, met een paar onderbrekingen, maandelijks een column in het Amerikaanse cultuur-tijdschrift The Believer, over wat hij gelezen heeft, waarom en wat hij ervan vond: Stuff I've been reading.  Zo'n column begint altijd met 2 lijstjes: Books bought  en Books read, waarvan het eerste meestal langer is dan het tweede (herkenbaar?).
Gaandeweg zijn die columns gebundeld, inmiddels zijn er 4 verzamelingen verschenen.

Vorige week kwam ik er achter dat eind 2013 alle columns verzameld zijn in één kloeke hardcover: Ten years in the tub.
Dus als je nu toch al van plan was eens iets van die columns te lezen, verwen jezelf dan met deze mooie uitgave!
Ik heb 'm ook aan mezelf kado gedaan en hoewel ik ze allemaal al eens heb gelezen, ben ik gewoon weer van voren af aan begonnen, en weer met net zoveel plezier als de eerste keer!


Nick Hornby
Ten years in the tub
Believer Books (december 2013, 485 blz.) 
9781938073731