Ida Simons - In memoriam Mizzi

Ida Simons - In memoriam Mizzi
Nederlandse fictie, 2015
Gebonden uitgave, Uitgeverij Cossee

Er is op veel manieren over de (vernietigings-)kampen in de 2e wereldoorlog geschreven (als een mentale strijd om te overleven, als een verslag van de gruwelijkheden vanuit de slachtoffers, als een verslag vanuit de foute én de goede duitsers, als een toelichting op de absurditeit ervan, als een bijna filosofisch exposé). Maar nooit eerder las ik er een schijnbaar lichtvoetig verhaal over zoals Ida Simons heeft gedaan in de novelle In memoriam Mizzi.

Mizzi is de hond van een bevoorrecht joods echtpaar in kamp Westerbork (het feit dat ze in een huis op het kamp wonen én in het bezit zijn van een hond mag tamelijk uitzonderlijk heten) en niet zomaar een hond: Mizzi kan glimlachen. En hoe bijzonder is dat; glimlachen in Westerbork. De hond neemt iedereen voor zich in maar het is het ziekelijke zoontje van de schrijfster waar de aandacht naar uit gaat.
De lichtvoetigheid waarvan ik melding maakte, is een schijnbare, omdat tussen de regels door de wreedheid van het dagelijks leven in het kamp doorschijnt, maar de wonderlijke glimlachende hond drukt het drama naar de achtergrond. Mizzi heeft al wat reizen achter de rug als zij in Westerbork belandt, en zal nog verder reizen naar Theresiënstad waar ook de schrijfster en haar zoontje terechtkomen. Mizzi moet werkelijk bestaan hebben en zorgde voor een lichtpuntje in een verder donker bestaan. Ze heeft misschien voor sommigen wel gezorgd voor het verschil tussen doorgaan en opgeven.

Dit gebonden boekje bevat naast de novelle een uitgebreid nawoord van de uitgeefster Eva Cossee, waarin het leven van Ida Simons wordt beschreven, vergezeld van veel foto's van Ida, haar man David en zoon Jan. Ook zijn er enkele tekeningen opgenomen van Westerbork en Theresiënstadt, van de hand van Leo Kok. De novelle bevat veel auobiografische elementen; Ida zat met man en zoon in zowel Westerbork en Theresiënstadt, maar omdat zij behoorden tot een groep 'verdienstelijke Joodse Nederlanders' - dit voornamelijk omdat David Simons een vooraanstaand jurist was - , zaten zij in de laatste groep gevangenen die door Himmler zijn uitgeruild tegen materieel, waardoor zij de oorlog alle drie overleefd hebben.

In Memoriam Mizzi is een klein pareltje, een cadeautje voor jezelf of iemand die je iets bijzonders wilt geven.

Eerder schreef ik over Een dwaze maagd van Ida Simons

De UPs en downs van Myrthe van der Meer

Van der Meer met Theo Maassen in 24 uur met
Ik las de twee boeken van Myrthe van der Meer (31, pseudoniem) niet omdat ze zo slim gepromoot was in de (boeken-)week van de waanzin, maar omdat ik haar in het programma ’24 uur met’ gezien had, één van de boeiendste uit de reeks. Ik zag een mooie jonge vrouw die ogenschijnlijk alles mee had, en die toch praatte over zelfdoding alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Gaandeweg zag je wel dat ze zich toch wel wat eigenaardig gedroeg, dan
weer snel en dan weer langzaam praatte en regelmatig liep te ijsberen. Ik werd daardoor geintrigeerd en nieuwsgierig naar haar boek PAAZ. PAAZ is een autobiografische roman waarin het relaas van Myrthe waarheidsgetrouw is beschreven (maar waarbij uiteraard alle namen zijn veranderd).

In PAAZ (Psychiatrische Afdeling Academisch Ziekenhuis) wordt Emma voor de eerste keer opgenomen. Ze denkt dat ze overwerkt is in haar functie als redacteur bij een uitgeverij, maar ze blijkt zwaar depressief te zijn en wordt doorgestuurd naar de PAAZ, waar ze vervolgens 5 maanden zal blijven. Van der Meer schrijft direct en invoelbaar, niet alleen over zichzelf maar ook over haar medepatienten en de verpleegkundigen, psychologen en psychiaters, waardoor je een goed beeld krijgt van hoe dat werkt, als je een depressie hebt. Hoe denk je dan, hoe kom je de dag door, wat gebeurt er tijdens zo’n groepstherapie of gesprek met een psycholoog. Maar ook hoe zo’n afdeling reilt en zeilt. In die zin had het wel een beetje weg van Het Bureau, waarin het ook gaat om het wel en wee van een groep eigenaardige mensen met botsende karakters die tot elkaar veroordeeld zijn. Emma krijgt uiteindelijk de diagnose Asperger, een vorm van autisme.

Net toen ik het boek uit had, verscheen UP, een soort vervolg op PAAZ, want in UP wordt Emma na twee jaar voor de tweede keer opgenomen omdat ze van plan was een grote hoeveelheid medicijnen in te nemen ‘om van de depressie af te zijn en eindelijk weer eens gewoon te leven:

“Alles paste in elkaar, alles was één, ik zag het verband: alles was hetzelfde, groot en klein, arm en rijk, leven en dood. En aangezien leven en dood hetzelfde waren, concludeerde ik dat als ik een eind aan mijn leven zou maken, het depressieve deel in mij zou sterven. Daarna kon ik gewoon lekker door met mijn leven.” (Opzij, maart 2015)
Huh? Het blijkt dat ze naast Asperger ook nog ‘kortcyclisch manisch-depressief’ is met wanen en hallucinaties. In de manische periode (of de overgang van depressief naar manisch) krijg je dat soort kronkels in je hoofd.
Van wanen en hallucinaties had ik zelf altijd het idee dat je dan de meest vreemde en fantastische (angstige) dingen ziet en hoort, maar dat valt in de praktijk wel mee. Emma ziet wel eens een hond in een hoekje staan, en één keer staat ze in de ziekenhuiswinkel en spreekt iedereen opeens Pools, dat soort dingen.
Als de juiste medicijnmix gevonden is en Emma zich realiseert dat zij niet alleen de ziekte manische depressiviteit hééft maar dit ook is wie zij ís, is ze klaar om weer zelfstandig een leven te leiden.
Ik moet zeggen dat ik tijdens dit tweede boek wel een beetje zat werd van alsmaar die huilbuien, het zelfmedelijden, het jezelf zien als een last. Twee boeken over de paaz is misschien toch wat te veel van het goede. Zelf zegt ze hierover:

“PAAZ is veel lichter dan UP; de paaz was de hoofdpersoon. UP gaat over mijn innerlijk, en het innerlijk is nooit leuk als je op de paaz terechtkomt.”
Conclusie: de boeken zijn niet alleen goed geschreven maar voegen ook echt iets toe aan je kennis over de psychiatrische wereld. Als je er één wilt lezen, lees dan bij voorkeur PAAZ, die vind ik toch net iets beter.

Ben jij al aan het KonMari-en?

Marie Kondo: Opgeruimd! 
De manier om orde en rust in je leven te brengen.

Oorspronkelijke titel: The Life-Changing Magic of Tidying Up; the Japanese art of Decluttering and Organising

Ik ben gek op boeken over ontspullen en het simpele leven, dus toen ik Opgeruimd! zag liggen had ik daar wel zin in. Want Opgeruimd gaat niet zozeer over opruimen maar veel meer over ontspullen, zoveel mogelijk overbodige troep weggooien.

Marie Kondo is in korte tijd een hele beroemdheid geworden en niet alleen in Japan. Blijkbaar raakt zij ergens een gevoelige snaar en zijn er veel mensen die omkomen in hun eigen rotzooi.
Ook ik ben ervoor gevallen, maar dat komt ook wel een beetje omdat Kondo zo aandoenlijk is.
Ze schrijft dat ze al vanaf haar 5e besmet was met het opruimvirus, en daarmee de plaag van haar familie. Alles wat los en vast zat gooide ze weg of borg ze (onvindbaar) op, zodat haar ouders, broer en zus gek van haar werden. Ook op school moest men de opruimwoede van Kondo ondergaan. Het lijkt mij wat al te dol, een kleuter die voortdurend aan het opruimen is, maar Japanners zijn bijzondere mensen….

Marie Kondo
Kondo is zo slim geweest om van haar obsessie passie haar beroep te maken en geeft nu aan de lopende band lezingen en workshops over opruimen en desgevraagd komt ze ook bij je thuis.
Ze is op een bepaalde manier (ik vrees onbedoeld) tamelijk grappig omdat ze elk voorwerp ziet als bezield. Dat leidt ertoe dat ze vindt dat de sokken die in je la liggen ‘met vakantie zijn’ (daarom nóóit je sokken tot bolletjes draaien want dan kunnen ze niet uitrusten) en dat je dingen die je niet meer wilt moet bedanken voor hun jarenlange trouwe dienst en ze toewensen dat ze een mooi nieuw leven vinden.

Toch heeft ze een ‘methode’ bedacht (de ‘KonMari methode’) die werkt, als ik af mag gaan op het aantal vuilniszakken met troep dat ik zelf al heb afgevoerd. Het is de bedoeling dat je elk voorwerp in je huis door je handen laat gaan en je afvraagt of je er gelukkig van wordt. Zo niet, dan dient het object onverwijld te worden afgevoerd. Dit moet ook in een bepaalde volgorde, van de objecten waar je geen of nauwelijks binding mee hebt (je kleding) tot die waar je emotioneel gehecht aan bent (foto’s, souvenirs etc.). Van makkelijk naar moeilijk dus.
Die vraag: word ik er gelukkig van? werkt erg goed, we zijn immers geneigd om spullen te bewaren omdat ‘het zonde is om weg te gooien’ of ‘je weet nooit hoe het nog eens van pas komt’ maar met die drogredenen slibt je huis langzaam dicht. Wegdoen kan trouwens ook betekenen: naar de kringloop of weggeven aan iemand anders (die vervolgens ook weer moet ontspullen).
Niet bij alles werkt de vraag trouwens, want er zijn dingen waar je helemaal niet blij van wordt maar die je nu eenmaal nodig hebt (zoals de stofzuiger, de strijkbout en die 20 foeilelijke opladers voor allerlei apparaten). Ook wil Kondo dat je alle boeken die je niet gelezen hebt maar ooit van plan bent om te lezen wegdoet, omdat het er toch niet van komt. Hola! Dat gaat niet gebeuren natuurlijk. Is ze nu helemaal betoeterd. Ik word toevallig gelukkig van ongelezen boeken.
Nu wonen Japanners (zeker de stedelingen) over het algemeen een stuk kleiner dan wij, dus ik kan me wel voorstellen dat daar de noodzaak om rigoreus te schonen wat groter is.

Pas na de ontspul-aktie mag er opgeruimd worden, en daarvoor heeft Kondo ook allerlei trucs en tips. Een bruikbare vond ik om dingen zoveel mogelijk rechtop in laden te zetten, omdat dat meer overzicht geeft en niet gelijk alles door elkaar ligt als je er iets tussenuit vist. Dat werkt heel goed voor mijn ondergoed en sokken, en dingen als notitie-boeken etc maar niet voor t-shirts en blousjes, die bij Kondo ook allemaal rechtop in de la moeten staan.
En verder zoveel mogelijk gebruik van bakjes, vakjes en dozen om je spullen geordend te houden.

Het boek leest als een trein, al staan er soms wat merkwaardige zinnen in maar dat komt misschien omdat vertaald is vanaf de engelse vertaling, in plaats van het origineel. Tussen de regels door kom je ook nog het één en ander over de Japanse cultuur te weten.
Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar Kondo schrijft enorm bevlogen over opruimen en doorspekt haar verhaal met talloze anekdotes uit haar ‘praktijk’.
Ik vind de titel nogal zuinig ten opzichte van de oorspronkelijke titel. ‘The life-changing magic of tidying up’, dat is toch iets anders dan Opgeruimd! Het eerste klinkt als een uitdaging, een proces waarin wonderlijke dingen kunnen gebeuren. In de tweede hoor je een beetje je moeder doorklinken en wordt het toch weer een stuk minder leuk.
Kondo geeft aan dat veel van haar klanten na de opschoonactie een andere wending aan hun leven hebben gegeven. Dat lijkt me wat overdreven, maar ik kan me best voorstellen dat rommel om je heen je het zicht beneemt op wat je eigenlijk wilt van het leven en (cliché!) dat een opgeruimd huis ook zorgt voor een opgeruimde geest waar weer een frisse wind kan waaien.

Dus ben je op zoek naar een motivatie om te ontspullen, of zomaar een grappig boek, dan ben je bij Kondo aan het goede adres.